2. Plaatsing
2.1 Keuze van de installatieplaats
Het toestel moet geïnstalleerd worden in een technisch lokaal met ventilatie, zonder sporen van vocht
en zonder opgeslagen producten voor onderhoud van het zwembad.
Vermijd direct na de verwarmer aangesloten bochtstukken van 90°, laat minimaal 25 cm rechte leiding
over om gestamp van de klep van de debietregelaar te voorkomen.
het apparaat moet horizontaal over verticaal geplaatst worden en worden vastgehouden
door leidingen die aan elke kant van de verwarmer zijn bevestigd met beugels,
Als de verwarmer verticaal is geïnstalleerd, moet de circulatie van onder naar boven
plaatsvinden,
De verwarmer mag niet in deze richting geïnstalleerd worden, de debietcontrole wordt dan
ingeschakeld:
laat een vrije ruimte open rond het toestel om de installatie en het onderhoud te
vergemakkelijken,
de verwarmer moet laag worden opgesteld, om altijd met water gevuld te blijven,
het waterbehandelingssysteem moet na de verwarmer laag worden opgesteld om
terugslag van chloor naar de verwarmer te voorkomen.
2.2 Hydraulische aansluitingen
Neem de richting van de hydraulische aansluitingen in acht (zie de pijl op het verwarmerhuis).
De aansluiting vindt plaats met een drukpvc‐buis:
- direct als het debiet lager is dan 30m³/u,
- vanaf een bypass si le débit est supérieur à 30m³/u,
- het wordt aanbevolen om te monteren met een bypass, omdat dit het onderhoud van het apparaat
vereenvoudigd,
- op het filtercircuit van het zwembad, na de filter en voor de waterbehandeling .
Controleer of de hydraulische aansluitingen correct zijn aangespannen en of er geen lekkage is.
Druk van het hydraulische circuit
Red Line +
proefdruk
3‐6‐9‐12
4 bars
2.3 Elektrische aansluitingen
2.3.1 Spanning en beveiliging
De elektrische voeding van de apparaat dient afkomstig te zijn vanuit een inrichting met differentieelschakelaar
en veiligheidsschakelaar (niet meegeleverd), die voldoen aan de van kracht zijnde normen en voorschriften van
het land waar de installatie uitgevoerd wordt,
elektrische beveiliging: een gewijd differentieelschakelaar 30 mA (veiligheidsschakelaar of stroomonderbreker).
de leidingen van de elektrische aansluiting dienen vast te zijn,
aanvaardbaar spanningsverschil: ± 10% (tijdens de werking),
gebruik de pakkingbus voor de doorvoer van de voedingskabel in het toestel.
2.3.2 Aansluitingen
de elektrische voedingskabel moet geïsoleerd zijn van alle snijdende of warme elementen die hem kunnen
beschadigen of verpletteren,
controleer of de voedingskabel goed vast zit aan de aansluitblok.
H03609‐00.B1.NL ‐ 2012/01
bedrijfsdruk
2 bars
Koppelstukken
Ø63 of Ø50
V1‐V2‐V3 : bypass kranen
Red Line +
pomp
filter
waterbehandeling
Minimaal
Maximaal
waterdebiet
waterdebiet
5 m³/h
30 m³/h
3