BEDRIJFSMODI
- Verwarming of koeling ECO-SILENCE: de zuinigste en meest geruisloze modus.
De WP varieert de snelheid van de onderdelen om een optimaal geluidsniveau en rendement in stand te houden.
30% à 60% van het vermogen wordt benut. De COP en het geluidsniveau krijgen voorrang, de ventilator werkt met de minimumsnelheid
en de compressor werkt om de COP te optimaliseren.
-- Verwarming of koeling SMART: de intelligentste modus die zich aan uw behoeften en aan de omgeving aanpast.
De WP varieert de snelheid van de onderdelen om een optimale verhouding vermogen/geluidsniveau in stand te houden.
30% à 100% van het vermogen wordt benut. Het vermogen en het geluidsniveau passen zich automatisch aan
de buitentemperatuur en de temperatuur van het zwembadwater aan.
- Verwarming of koeling BOOST: het maximumvermogen van de WP.
De WP varieert de snelheid van de onderdelen om een maximaal vermogen in stand te houden.
85% à 100% van het vermogen wordt benut om de temperatuur snel te doen stijgen.
Use of 85% to 100% of the power to quickly increase the temperature.
TABEL MET DE VERSCHILLENDE AANDUIDINGEN OP HET SCHERM
Weergave Betekenis
St-by Stand-by
FLO Geen/onvoldoende waterdebiet
AL10 / AL11 Fout hoge druk
AL15 / AL16 Te groot temperatuurverschil tussen
wateringang en wateruitgang
AL18 Te hoge temperatuur op de uitgang van
de compressor
AL17 Te lage veiligheidstemperatuur bij
afkoeling
AL7 / AL8 Communicatiefout.
AL3 Sondefout (water IN)
AL4 Sondefout (water UIT)
AL5 Sondefout (evaporator)
AL1 Sondefout (compressor OUT)
AL2 Sondefout (compressor IN)
AL8 Sondefout (omgevingstemperatuur)
AL9 Ventilatorfout
AL14 Temperatuur te laag
AL19 / AL20 Probleem met de stroomvoeding
AL21 / AL22
AL23 / AL24
AL25 Elektronisch probleem/oververhitting
EA08 Inversie van de fases
EA09 Faseverlies
Controle
– Controleer het waterdebiet in het toestel.
– Controleer de vervuiling van de filter.
– Controleer afregeling bypass.
– Controleer de doorstroomrichting van het
water in het toestel (ingang onderaan,
uitgang bovenaan)
Controleer de aansluitingen tussen het display
en het moederbord in het toestel.
Controleer of de sonde in kwestie correct is
aangesloten.
Controleer de aansluitingen van de ventilator.
De buitentemperatuur is < 0 °C.
De installatie door een bevoegd technicus
laten nakijken.
Schakel de voeding van het toestel 5 tot 10 mi-
nuten uit, controleer of het goed geventileerd
is en of het luchtdebiet niet geblokkeerd of
vertraagd is. Schakel het toestel opnieuw in.
De volgorde van de fases verifiëren
Maatregel
Neem contact op met uw
dealer.
Wacht tot de temperatuur
hoger is.
Neem contact op met uw
dealer.
De fases opnieuw aansluiten
in overeenstemming met de
markeringen
13