Universeel led-dimmerbasiselement Standard
Oorzaak 3: dimmer is zonder nulleider aangesloten.
Indien mogelijk de nulleider aansluiten, anders de lamp door een ander type
vervangen.
Aangesloten LED- of compacte TL-lampen zijn in de laagste dimstand te licht;
dimbereik is te klein
Oorzaak 1: De ingestelde minimale lichtsterkte is te hoog.
Minimale lichtsterkte verlagen.
Oorzaak 2: bedieningsmodus (dimprincipe) past niet optimaal bij de aangesloten HV-
LED-lampen.
Bedrijf in een andere bedieningsmodus controleren, daarvoor eventueel de
aangesloten last reduceren.
Bedieningsmodus handmatig instellen.
HV-LED-lampen door een ander type vervangen.
Dimmer schakelt last kort uit en weer in.
Oorzaak: kortsluitbeveiliging geactiveerd, maar ondertussen is geen storing meer
aanwezig.
Dimmer is uitgeschakeld en kan niet weer worden ingeschakeld
Oorzaak 1: overtemperatuurbeveiliging heeft aangesproken.
Dimmer van netspanning losmaken, daarvoor installatieautomaat uitschake-
len.
LED-faseafsnijding: aangesloten last verlagen. Lampen door een ander type
vervangen.
LED-faseaansnijding: aangesloten last verlagen. Bedrijf in de instelling LED-
faseafsnijding controleren. Lampen door een ander type vervangen.
Dimmer minstens 15 minuten laten afkoelen.
Installatieautomaat en dimmer weer inschakelen.
Oorzaak 2: overspanningsbeveiliging werd geactiveerd.
LED-faseafsnijding: Bedrijf in de instelling LED-faseaansnijding controleren,
daarvoor evt. de aangesloten last verlagen.
Lampen door een ander type vervangen.
Oorzaak 3: kortsluitbeveiliging heeft aangesproken.
Dimmer van netspanning losmaken, daarvoor installatieautomaat uitschake-
len.
Kortsluiting verhelpen.
Installatieautomaat en dimmer weer inschakelen.
Kortsluitbeveiliging berust niet op principe van conventionele zekering, geen
galvanische scheiding van het belastingstroomcircuit.
82597822
29.01.2024
9 / 10