4. Software instellingen
De KMS Sequential driver moet in de KMS Motormanagement software
worden ingesteld. Versie 4.21 of hoger is benodigd voor deze functie. Soft-
wareupdates kunnen op onze website worden gevonden:
kms.vankronenburg.nl.
Let op: Om volledig gebruik te kunnen maken van de KMS Sequential driver
is een correct functionerende nokkenaspositiesensor (CAM pickup sensor)
een vereiste. Zonder CAM pickup sensor weet de module niet of de cilinder
zich in inlaatslag of ontbrandingsslag bevindt.
Doorloop de volgende stappen om de Sequential driver te activeren:
1.
Druk op F4 voor opties -> open 'options' -> 'RPM pickup'
1.
Activeer de CAM pickup sensor en voer het correcte refenciepunt in
2.
Activeer de Sequential driver module en druk op 'Ok'
3.
Stel de CAN bus snelheid op 1 Mhz gefixeerd op alle apparaten
4.
Open 'Injection settings' -> 'Sequential setup' voor de driver instel-
lingen
Herinnering: Wanneer een KMS Sequential driver wordt gebruikt is het
noodzaak om ALLE CAN bus apparaten op een communicatiesnelheid van 1
Mhz (fixed) in te stellen!
__________________________________________________________
KMS Sequential driver
Onderdeel nr: 01-01-11-0080
Versie 1.00
EN—NL—DE
kms.vankronenburg.nl
NL
19