Originele gebruiksaanwijzing
AERO
AEROTUBE WRG smart / AEROTUBE AZ smart
8
Werking van het apparaat
8.1 Be-.en.ontluchten.met.ventilator
8.1.1 Aanvoer luchtmodus
• De buitenlucht (1) wordt aangezogen en komt als
gefilterde.aanvoerlucht.(2) in de ruimte terecht.
1
8.1.2 Afvoer luchtmodus
• De afvoerlucht (3) wordt aangezogen en komt als
afgevoerde lucht (4) in de buitenlucht terecht.
4
8.1.3 Luchtaanvoer en -afvoer
• In een cyclus van één minuut wisselt de AEROTUBE
automatisch.de.luchtrichting.tussen.luchtaanvoer.en.
luchtafvoer.
• Warmteterugwinning (alleen AEROTUBE WRG
smart):
– Bij de luchtafvoer wordt de warme afvoerlucht
door de warmtesteen opgenomen en
opgeslagen.
– Bij de luchtaanvoer wordt de opgeslagen warmte
aan de aanvoerlucht afgegeven en komt deze
voorverwarmd in de ruimte.
22/40
06.2022
8.1.4 Ventileren.in.de.automatische.modus
• In.de.automatische.modus.worden.de.blaasstanden.
1 t/m 3 geregeld. De noodzakelijke blaasstand is
afhankelijk.van.de.temperatuur.en.luchtvochtigheid,.
alsmede.optioneel.van.de.CO
De.ongunstigste.waarde.is.daarbij.doorslaggevend.
• De.ventilatoren.worden.niet.uitgeschakeld,.maar.
2
lopen in een minimaal basisniveau.
• De temperatuur- en vochtsensor meet de
temperatuur.alsmede.de.luchtvochtigheid.binnen.
• De luchtkwaliteitsensor bepaalt op basis van de
menselijke uitademing (waterstof H2) een afgeleide
CO
-waarde.
2
3
-waarde.afhankelijk..
2
H47.WANS008NL-07