1.3 Veiligheidsvoorschriften
1. Alvorens de machine te gebruiken nazien of alle
veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht
2. Alvorens bladwissel of reparatie nazien of de stekker
is verwijderd
3. Zaagbladen welke scheurtjes vertonen of vervormd
zijn kunnen niet worden gebruikt.
4. Wanneer de zaagspleet uitgehold is moet een nieuwe
inlegschijf worden gebruikt.
5. Tijdens het zagen met onder hoek gebrachte tafel
moet de langsaanslag zich rechts van het zaagblad
bevinden
6. Tijdens het verzagen van rondhout moet een hulpstuk
worden gebruikt dat het werkstuk verhindert rond te
tollen.
7. Tijdens het zagen van latten langs de hoge kant moet
een hulpstuk worden gebruikt dat terugslag verhin-
dert.
8. Het inlegstuk moet worden verwisseld tijdens het
zagen onder hoek door een inlegstuk met bredere
gleuf.
9. Teneinde de emissie van stofdelen binnen de perken
de houden is het aan te bevelen een stofafzuiging te
gebruiken met een luchtsnelheid van tenminste 20 m/
sec.
2
Het opstellen van de machine
Alvorens de machine in gebruik te nemen moet worden
nagekeken of er tijdens het transport geen beschadiging
is opgetreden.
In voorkomend geval moet direkt de handelaar hiervan
worden op de hoogte gebracht.
Teneinde de bandzaagmachine standvast te maken is
het beter deze te verankeren. Hiertoe zijn boringen van
13 mm diameter in de voet voorzien. Voor de bevestiging
zie de schets met maten.
Abb. 3
Abb. 4
De machine wordt niet kompleet gemonteerd uitgeleverd.
Omwille van het transport wordt de tafel, de
parallelgeleider de inlegschijf en de hendel niet
gemonteerd.
Abb. 1
Het geleidingsprofiel van de tafel schroeven (om de
gleuf in de zaagtafel vrij te maken)
De tafel op het tafelverstel-bovendeel leggen
Met 4 tandschiven Ø 8,4 en 4 zeskantschroeven M
8x16 vast schroeven.
Het aanslag-geleidingsprofiel met de 4 randschroeven
M 6x25 aan de bandzaagtafel vastschroeven
Inlegschijf in de uitsparing van de bandzaagtafel
leggen (Inlegschijf met de brede gleuf is enkel voor
tafel onder hoek gesteld).
Abb. 2
Abb. 5
28
13
30
533
593
601