TRF
5
BEDIENINGSRICHTLIJNEN
Controlelogica
De ventilatorsnelheid wordt geregeld op basis van de effectieve temperatuur van de procesvloeistof op de
uitgang van het toestel en de ontwerpuittredetemperatuur, waardoor een minimaal elektrisch verbruik en lawaai
wordt verzekerd.
De adiabatische voorkoeling wordt gestart en gestopt volgens een voorgeprogrammeerde logische combinatie
van de retourtemperatuur en de omgevingstemperatuur (vrijgave-instelpunt). In de standaardinstellingen wordt
de adiabatische voorkoeling pas ingeschakeld wanneer alle ventilatoren aan de maximum toegelaten snelheid
draaien en het vrijgave-instelpunt droog-naar-adiabatisch wordt bereikt.
Bovenvermelde adabiatische besturingslogica is voorgeprogrammeerd en is klaar voor gebruik.
Afhankelijk van de werkelijke omvang van de installatie moeten de voorgeprogrammeerde PI-parameters
mogelijk worden aangepast.
Het regelen van de ventilatorsnelheid heeft een rechtstreeks effect op de warmteoverdracht van het toestel. Een
lagere ventilatorsnelheid verlaagt de luchtstroom door het toestel wat resulteert in een lage
warmteoverdracht. Een hogere ventilatorsnelheid resulteert in een hogere warmteoverdracht.
Het is alleen zinvol om de media te activeren wanneer de omgevingstemperatuur hoog genoeg is.
BEDRIJFSVEILIGHEID
Als BAC geen bedieningselementen heeft geleverd, zijn deze de verantwoordelijkheid van de klant. De
bedieningselementen van het toestel zijn - deels - verantwoordelijk voor de juiste bedrijfsveiligheid van het
toestel in zijn geheel. Deze bedieningselementen moeten daarom zo zijn ontworpen dat zich geen
onhygiënische situatie kan voordoen als gevolg van een slechte werking van het toestel.
14
W W W . B A L T I M O R E A I R C O I L . E U
5 Bedieningsrichtlijnen
5 Bedieningsrichtlijnen