3.3.1 Afmonteren van de kabels
De ALPHACALL MF dient als in de bijlage aangesloten te worden.
Bij het ontwerp van de ALPHACALL MF is de uiterste zorg besteed aan de kwaliteit van het
geluid.
Om deze kwaliteit ook in de installatie te waarborgen hierbij enkele aanbevelingen over de
aarding van de installatie:
Voorkom aardlussen, maak één centraal aardpunt.
De hoofd unit dient men te aarden.
Ook de afscherming van de voedingskabel goed aarden.
Verbindt tevens de niet gebruikte aders van de kabels door aan aarde.
De afscherming van de kabels naar de posten goed aarden.
Let op dat de kabel van de zwanenhals gescheiden is van de overige kabels om overspraak
en/of rondzingen te voorkomen. Let op dat de aarde van de microfoon niet verbonden is
met de scheepsmassa, maar met de min aansluiting van de microfoon ingang.
Over de toe te passen bekabeling het volgende:
Voor de meeste posten is een drie aderige afgeschermde kabel voldoende.
Bij voorkeur twisted pair afgeschermde kabels gebruiken voor de posten.
Bij posten die een voorziening hebben voor een extra signaal indicatie, dient men minimaal
een vijf aderige afgeschermde kabel te gebruiken. Zie de bijlage voor een overzicht van de
posten.
De onderlinge kabelverbindingen volgens de bijlage installeren.
Indien niet anders vermeld dient men afgeschermde kabels met soepele kern te gebruiken
met een minimale ader diameter van 0.5mm².
De bekabeling niet over langere lengtes naast hoge stroom voerende, UTTP of antenne
kabels laten lopen.
Voor een juiste werking van het instrument is het belangrijk dat alle kabels correct worden
gemonteerd.
Handleiding ALPHACALL MF
ALPHACALL MF
versie 1.0
Page 11 of 22