4.
INSTELLINGEN
1. Opstarten en uitzetten
Druk op POWER om het apparaat in te schakelen.
De airco start standaard in VENTILATOR.
Druk op de MODE-knop om de gewenste modus te selecteren.
Druk nogmaals op POWER om de airco uit te schakelen.
Gebruiksmodus
2.
Het apparaat heeft vier werkingsmodi: koelen, ventileren, drogen, slapen
•
(
Slaapmodus is alleen optioneel op de afstandsbediening)
De kamer koelen
A.
Selecteer de koelmodus om de temperatuur in uw kamer te verlagen.
Druk herhaaldelijk op de MODE-knop totdat de LED van de COOL-functie
oplicht.
Druk op de ADD / MINUS-knop om de temperatuur aan te passen die op
het scherm wordt weergegeven. De temperatuur kan worden ingesteld
tussen 16 ℃ en 32 ℃.
Druk herhaaldelijk op de SPEED-toets totdat de gewenste
ventilatorsnelheidindicator oplicht.
Om de richting van de luchtstroom horizontaal te regelen, drukt u op de
SWING-knop.
Opmerking: De airconditioner stopt als de kamertemperatuur lager is dan
de geselecteerde temperatuur.
B. De kamer verwarmen
verwarmingsfunctie-eenheid; niet bij dit model)
Druk herhaaldelijk op de MODE-knop totdat de LED van de HEAT-functie
oplicht.
Druk op de ADD / MINUS-knop om de temperatuur hoger in te stellen
dan de kamertemperatuur. De ventilatorsnelheid kan ook worden
ingesteld.
Opmerking: De afvoerslang moet aan de unit worden bevestigd voor
continu gebruik.
(alleen optioneel voor
27