Informatie over het scherm Kopiëren
•
Kleurtint: Hiermee voegt u een warme, koele of sepiatoon aan de
afbeelding toe. U kunt slechts één kleurtoon aan de afbeelding
toevoegen.
•
Vastgelegde kleur: Hiermee veranderen alle kleuren van het origineel
in grijstinten behalve de aangewezen kleuren. U kunt deze optie
gebruiken om de aangewezen kleuren op de kopie te benadrukken.
Nadat u de kleuren in de Lijst met kleuren hebt geselecteerd, worden
alle niet-geselecteerde kleuren in zwart-wit afgedrukt. U kunt ook een
Doelkleur selecteren om de geselecteerde kleuren van het origineel in
een andere kleur op de afdrukken te wijzigen.
•
Kleur verwijderen: Hiermee verwijdert u de geselecteerde kleuren van
de originele afbeelding. U kunt deze optie gebruiken om de resterende
kleuren te benadrukken of toner te besparen, vooral bij het afdrukken
van originelen met een donkere achtergrond. U kunt de volgende
kleuren verwijderen: Cyaan, Magenta, Geel, Rood, Groen, Blauw en
Grijs.
•
Kleur vervangen: Hiermee vervangt u bepaalde kleuren van het
origineel door andere kleuren op de kopie. Via een geraffineerde
tintomzettingstechniek wordt ervoor gezorgd dat de vervangende
kleuren zich op een natuurlijke manier mengen met het omringende
gebied. U kunt de volgende kleuren vervangen: Cyaan, Magenta,
Geel, Rood, Groen en Blauw.
•
Achtergrondkleur: Hiermee voegt u een achtergrondkleur toe aan
blanco delen op de kopie. U kunt de volgende achtergrondkleuren
selecteren: Cyaan, Magenta, Geel, Rood, Groen, Blauw, Diep cyaan,
Diep magenta, Diep geel, Diep rood, Diep groep of Diep blauw.
N op een vel
Met het menu N op een vel kunt u het formaat van originelen beperken en
2-32 pagina's op één vel papier afdrukken.
Wanneer u de functie N op een vel gebruikt, worden de menu's Beeld
herhalen, Boekje,Boekje kopiëren, Afbeelding verschuiven en
Poster kopiëren uitgeschakeld.
•
Uit: Hiermee schakelt u deze functie uit.
•
N op een vel: Kopieert het aangegeven aantal pagina's van het
origineel op één vel papier.
•
Afdrukstand: Hiermee geeft u de richting aan waarin de pagina's
moeten worden gekopieerd.
•
Papierinvoer: Hiermee stelt u de papierinvoer in.
•
Optie: Hiermee geeft u aan of er een rand moet worden toegepast.
-
Rand: Hiermee drukt u een rand om de pagina's van de afdruk.
U kunt het kopieerformaat niet instellen met Verkleinen/vergroten
voor de functie N op een vel.
122
4. Kopiëren