➔ De elektrische contacten in de C6097 wor-
den door een filtermat op aansluiting 4 tegen
vuildeeltjes uit de omgevingslucht/het medium
beschermd.
4 BedRaden
opgeLeT
– Om ervoor te zorgen dat de C6097 tijdens
bedrijf niet beschadigd raakt, het schakelvermo-
gen in acht nemen, zie pagina 6 (9
Technische gegevens).
Bij kleine schakelvermogens zoals bijvoorbeeld bij
24 V, 8 mA, in silicone- of oliehoudende lucht wordt
de inzet van een RC-element (22 Ω, 1 μF) aanbe-
volen.
1 Installatie spanningsvrij maken.
2
3
M16 x 1,5:
5
Ø 4–10 mm
6 Bedraden volgens het aansluitschema.
7 M16-wartel vastdraaien.
➔ De contacten 3 en 2 gaan bij stijgende druk
dicht. De contacten 1 en 3 gaan bij dalende druk
dicht.
L1
3
COM
2
1
NO
NC
5 InsTeLLen
➔ Het schakelpunt is door middel van het handwiel
instelbaar.
1 Installatie spanningsvrij maken.
2 Het deksel van de behuizing eraf schroeven.
➔ Na het succesvol instellen het deksel van de
behuizing weer aanbrengen. Aanhaalkoppels
in acht nemen, zie pagina 6 (9 Technische
gegevens).
3 Ohmmeter aansluiten.
NO
2
COM
2
NO
3
NC
1
4
1
3
2
NC
COM
NO
1
3
NC
COM
4 Het schakelpunt met het handwiel instellen.
5 Manometer aansluiten.
0
1 cm = 1 mbar
6
(0.4" = 0.4"WC)
7 Druk opbouwen. Daarbij het schakelpunt op de
ohmmeter en de manometer controleren.
8 Mocht de C6097 niet bij het gewenste schakel-
punt aanspringen, het instelbereik op het
handwiel corrigeren. Druk laten ontsnappen en
de procedure herhalen.
5.1 Instelbereik
Type
Instelbereik
C6097A4010
100–1000 Pa
C6097A4110
C6097A4210
(2,5–50 mbar)
C6097A4310
(30–150 mbar)
C6097A4410
(100–500 mbar)
Type
C6097A4010
C6097A4110
C6097A4210
C6097A4310
C6097A4410
1) Insteltolerantie = ± 15% van de op de schaal
aangegeven waarde.
2) Gemiddeld schakelverschil bij min. en max. instelling.
➔ Verloop van het schakelpunt bij controle volgens
EN 1854 gas- en luchtdrukschakelaars: ± 15%.
6 LeKTesT
Alle gebruikte gasaansluitingen op lekkage contro-
leren.
1 De gasleiding direct na de klep afsluiten.
2 Klep en gastoevoer openen.
➔ N
= 900 mbar, max. 2 bar (13 psi, max. 29 psi)
2
< 15 min.
N
2
3
NL-3
schakelver-
1)
schil
40–600 Pa
20–30 Pa
(0,4–6 mbar)
(0,2–0,3 mbar)
25–40 Pa
(1–10 mbar)
(0,25–0,4 mbar)
0,25–5 kPa
0,08–0,15 kPa
(0,8–1,5 mbar)
3–15 kPa
0,3–0,5 kPa
(3–5 mbar)
10–50 kPa
0,8–1,7 kPa
(8–17 mbar)
Max. inlaatdruk p
10 kPa (100 mbar)
50 kPa (500 mbar)
50 kPa (500 mbar)
60 kPa (600 mbar)
60 kPa (600 mbar)
4
2)
max.