Hoofdstuk 2 Installatie en aansluitingen
2.1 Installatie
Tijdens de installatie van de NVR:
⚫ Gebruik beugels voor rackmontage.
⚫ Zorg dat er voldoende ruimte is voor audio- en videokabels.
⚫ Bij het installeren van de kabels, zorg ervoor dat de buigradius van de kabels niet minder is
dan 5 keer de diameter.
⚫ Sluit de alarmkabel aan.
⚫ Laat minstens 2 cm (≈0.75-inch) ruimte over tussen de rack gemonteerde apparaten.
⚫ Zorg ervoor dat de NVR geaard is.
⚫ De omgevingstemperatuur moet binnen het bereik van -10 ºC tot 55 ºC (14 ºF tot 131 °F)
liggen.
⚫ De luchtvochtigheid moet binnen het bereik van 10% tot 90% liggen.
2.2 Installatie van de HDD
Voor u begint:
Gebruik een door de fabrikant aanbevolen HDD voor dit apparaat.
Vereist gereedschap: Schroevendraaier.
Doel:
Stap 1 Verwijder het deksel van de NVR door de schroeven aan de achterkant en zijkant los
te draaien.
Stap 2 Sluit het ene uiteinde van de gegevenskabel aan op het moederbord van de NVR, en
het andere op de HDD.
ENVR208 Snelstartgids
Afb. 2-6 Verwijder het deksel