Scanmaster 2 MKII
Houd de knop PROGRAM (15) 3 seconden lang ingedrukt totdat het lampje PROG knippert. Dit geeft
aan dat u de programmeerstand hebt geopend. Druk nogmaals 3 seconden lang op de knop
PROGRAM (15) totdat het lampje PROG uitgaat, om de programmeerstand te verlaten.
Een scène opnemen
01) Open de programmeerstand.
02) Controleer of het BLACKOUT-lampje op het display niet aan is. Zo ja, druk dan eenmaal op de knop
om de Black-out-stand te verlaten.
03) Controleer of de schuifregelaars SPEED en FADE TIME (05/06) op nul staan.
04) Druk op de FIXTURE-knop (01) voor de eenheid die u wilt besturen. Het betreffende lampje gaat
branden. U kunt meer dan een scanner tegelijk besturen door op de knoppen te drukken voor alle
scanners die u wilt programmeren.
05) Verplaats de schuifregelaars en de joystick naar de juiste positie om een scène in te stellen. Indien
nodig kunt u de knop CHANNEL BANK (04) gebruiken om de schakelen tussen kanalen 1-8 en 9-16.
06) Druk op de knop BANK omhoog/omlaag (11) om de bank te kiezen waarin u deze scène wilt
opslaan. Er zijn maximaal 30 banks. In elke bank kunt u maximaal 8 scènes opslaan.
07) Nadat u alle fixtures hebt geprogrammeerd op de juiste positie voor de scène, drukt u op de knop
MIDI/REC (17) om de scène in het geheugen op te slaan.
08) Druk op de knop SCENE (02) waaronder u de scène wilt opslaan. Alle lampjes knipperen kort
wanneer de instellingen zijn opgeslagen. Op het display worden de bank en scène weergegeven.
09) Als u de scanner(s) die u aan het programmeren bent wilt deselecteren, drukt u nogmaals op de
bijbehorende knop. Daardoor wordt de betreffende scanner gedeselecteerd en kunt u een andere
scanner selecteren.
10) Herhaal stappen 2-7 totdat alle scènes zijn geprogrammeerd.
11) Als u klaar bent met programmeren, houdt u de knop PROGRAM (15) nogmaals 3 seconden lang
ingedrukt om de programmeerstand te verlaten. Het lampje gaat uit.
Let op: U kunt opgeslagen scènes bewerken. Wanneer u een scène bewerkt en opnieuw opslaat, wordt
de oude scène overschreven door de nieuwe.
Programmeervoorbeeld van een scène
01) Open de programmeerstand.
02) Druk op de knop FIXTURE 1 (01) om de schuifregelaar te activeren.
03) Controleer of kanalen 1-8 zijn geselecteerd. Indien nodig drukt u op de knop CHANNEL BANK (4) om
kanalen 1-8 te selecteren.
04) Beweeg de eerste en tweede schuifregelaar helemaal naar boven.
05) Druk op de knoppen BANK omhoog/omlaag (11) om BANK 1 te selecteren.
06) Druk op de knop MIDI/REC (17).
07) Druk op de knop SCENE 1 (02) om de eerste scène op te slaan.
08) Herhaal stappen 4-7 totdat alle scènes zijn geprogrammeerd in BANK 1.
09) Druk op de knop FIXTURE 1 (01) om de schuifregelaar te deactiveren.
10) Wanneer u klaar bent, verlaat u de programmeerstand. U kunt nu handmatig door de scène lopen
die u zojuist hebt geprogrammeerd.
Scène bewerken
01) Open de programmeerstand.
02) Druk op de knoppen BANK omhoog/omlaag (11) om de bank te selecteren met de scène die u wilt
bewerken.
03) Druk op de knop SCENE (02) van de scène die u wilt bewerken.
04) Verplaats de schuifregelaars en/of de joystick naar de positie die u wilt instellen.
05) Druk na het maken van uw aanpassingen op de knop MIDI/REC (17).
06) Druk op de knop SCENE (02) voor de scène die u aan het bewerken bent. Hiermee overschrijft u de
bestaande scène. Alle lampjes knipperen kort wanneer de instellingen zijn opgeslagen.
Let op dat u dezelfde scène kiest in stappen 3 en 6, anders overschrijft u mogelijk onbedoeld een andere
scène.
Bestelcode: 50333
10