Bedieningselementen
1
2
3
4
10
11
Schakelaar AAN / UIT (1)
Schakelt de stroomvoorziening naar
regeling / regelingstoebehoren /
pompgroepen en brander aan en uit.
Branderstoringsindicatie (2)
Brandt wanneer de branderautomaat
vergrendelt (alleen bij ALTRON).
Keteltemperatuurindicatie (5)
STB-Storingsindicatie (3)
Stijgt de keteltemperatuur in geval van
een fout boven de 110°C vergrendelt
de veiligheidstemperatuurbegrenzer
STB) de brander, de storingsindicatie
brandt.
STB-Testtoets (TÜV) (4)
Voor controle van de functie van de
STB door de controlerende instanties;
zolang deze toets wordt ingedrukt,
worden de regelaars overbrugd, de
brander verwarmt de ketel tot 110°C
op.
Vergrendelingstoets STB (10)
Is de keteltemperatuur na
vergrendeling onder de 70°C
gezonken, kan d.m.v. deze toets de
STB worden ontgrendeld.
Regelknop max. keteltemperatuur
(11)
Voor de instelling van de waarde voor
de max. keteltemperatuur.
4
5
7
12
13
Beveiliging voor zwakstroom (12)
Voor de elektrische beveiliging van de
gehele ketel.
Modustoets drinkwater (7)
Voor het inschakelen van de drink-
waterbereiding (balk in de display
onder waterkraan)
Modustoets verwarmingskring(en)
(8)
Voor de instelling van 4 verschillende
verwarmingsmodi:
Auto tijd: automatische functie volgens
tijdprogramma
Zon 24 h: verwarmen op nominale
comfortwaarde
Maan 24 h: verwarmen of reductie-
waarde
Beveiligingsfunctie.: verwarming
uitgeschakeld, Vorstfunctie geactiveerd
Infotoets (9)
Opvragen van volgende informaties
zonder invloed op de regeling:
temperaturen, bedrijfstoestand
verwarming /drinkwater, foutmeldingen.
Kamertemperatuur- regelknop (14)
•
Voor wijziging van de ruimte-
comforttemperatuur
•
met deze draaiknop kunnen bij de
programmering instellingen worden
geselecteerd en gewijzigd worden.
8
9
14
15 16
17
Bevestigingstoets OK (15)
Retourtoets ESC (13)
Deze beide toetsen zijn samen met de
grote draaiknop - + voor de
programmering en configuratie van de
regeling nodig. Instellingen die niet met
de bedieningselementen zijn te
bedienen, worden door programmering
verricht.
Door indrukken van de toets ESC gaat
u telkens een stap terug, anders
ingestelde waarden worden daarbij niet
overgenomen.
Om op het volgende bedieningsniveau
te komen of andere veranderde
waarden op te slaan, wordt de
OK - toets ingedrukt.
Met de hand bediende- functietoets
(16)
Door het indrukken van de toets
bevindt zich de regelaar in de
handbediening, alle pompen lopen, de
menger wordt niet meer aangestuurd,
de brander wordt op 60°C gezet
(aanduiding door schroefsleutel-
symbool).
Schoorsteenvegerfunctietoets(17)
Door het kort indrukken van de toets
gaat de ketel in de modus voor
emissiemeting, door nog eens drukken
op de toets resp. automatisch na
15 minuten wordt deze functie weer
gedeactiveerd (aanduiding door
schroefsleutelsymbool).