Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Fixtures Besturen; Fixtures Selecteren; De Waarde Van Een Attribuut Bewerken; Geavanceerde Opties - SHOWTEC Creator 1024 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Creator 1024

5 Fixtures besturen

5.1 Fixtures selecteren

Een enkele fixture selecteren:
Druk op de fixtureknoppen van de fixtures die u wilt. De LED in de fixtureknop gaat aan bij de
geselecteerde fixtures.
Een reeks fixtures selecteren:
Om een reeks fixtures te selecteren, houdt u de fixtureknop van de eerste fixture ingedrukt en drukt u
vervolgens op de swop-knop van de laatste fixture.
Stap voor stap door de geselecteerde fixtures lopen:
Indien u een reeks fixtures hebt geselecteerd, kan onze console stuk voor stuk door de
geselecteerde fixtures lopen. Dit kan het gemakkelijker maken om een reeks fixtures te
programmeren omdat u dan niet elke fixture handmatig hoeft te selecteren. Door op <> of <> te
drukken in het "Gebied voor fixturebesturing" selecteert het de fixtures in de reeks een voor een.
Indien de <HiLight> knop is geactiveerd, zal de geselecteerde fixture in de reeks licht geven en de
andere fixtures uitgaan.
Eerder geselecteerde fixtures activeren:
Om alle eerder geselecteerde fixtures te activeren, drukt u op <A> in het "Gebied voor
fixturebesturing".
Fixtures op oneven posities selecteren:
Druk op <Odd>, de fixtures op oneven posities blijven geselecteerd, maar alle even posities zullen
gedeselecteerd worden. Dit is gerelateerd aan de volgorde waarop u de fixtures hebt geselecteerd
voor het indrukken van <Odd>.
Fixtures op even posities selecteren:
Druk op <Even>, de fixtures op even posities blijven geselecteerd, maar alle oneven posities zullen
gedeselecteerd worden. Dit is gerelateerd aan de volgorde waarop u de fixtures hebt geselecteerd
voor het indrukken van <Even>.

5.2 De waarde van een attribuut bewerken

1)
Selecteer een fixture.
2)
Selecteer een attribuut. Gebruik vervolgens <Draaiknop A> en <Draaiknop B> om de waarde te
bewerken. Het is ook mogelijk om over te schakelen naar attribuutmodus om attribuutwaarde met
de fixture-sliders te bewerken.
3)
Om de uitgevoerde waardes weer te geven, drukt u op <Output>.

5.3 Geavanceerde opties

Fixtures vinden:
Selecteer fixtures en druk op <Locate> in het "Gebied voor fixturebediening" om fixtures te vinden.
Het vinden van fixtures wordt mogelijk gemaakt door middel van de fixturebibliotheek.
Fixtures afstemmen:
Selecteer fixtures en druk op <ML> in het "Gebied voor fixturebediening" om alle attribuutwaardes
voor alle geselecteerde fixtures op de eerste fixture af te stemmen.
Attributen afstemmen:
Selecteer fixtures en attributen, druk op <ML> in het "Gebied voor fixturebediening" en druk
vervolgens op <B> om de op het moment geselecteerde attribuutwaardes van alle geselecteerde
fixtures op de waardes van de eerste fixture af te stemmen.
Bestelcode: 50730
14

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

50730

Inhoudsopgave