20 ONDERHOUD, STORINGEN & OPLOSSINGEN
20.1 Onderhoud door gebruiker
Indien rekening gehouden wordt met de instructies voor installatie en gebruik, zal het apparaat werken zonder grote
verstoringen/of extra onderhoud.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt (het apparaat wordt uitgeschakeld), dient u het
apparaat periodiek (om de 14 dagen) inteschakelen en minstens 30 minuten laten lopen.
In bepaalde periodes (vooral tijdens de winter) en in specifieke omstandigheden in de ruimte (temperatuur,
vochtigheid) waar de unit is geïnstalleerd, zal de hoeveelheid condensaat variëren. Soms zal er veel condensaat zijn,
soms helemaal geen condensaat. Dit betekent niet dat het apparaat niet goed functioneert. De hoeveelheid condensaat
is afhankelijk van de relatieve vochtigheid en de tijd van de werking van de unit.
De gebruiker is geacht om de volgende onderhoudsinstructies op te volgen.
Goed en adequaat onderhoud van de apparatuur is een voorwaarde voor het erkennen van garantie.
WAARSCHUWING!
Controleer periodiek de (maandelijkse) aansluiting voor condensaatafvoer. In geval van verstopping, maak
het op de juiste manier schoon.
WAARSCHUWING!
Zorg voor een schone werkomgeving voor de warmtepompen. Inspecteer en reinig het gebied waar de
warmtepomp zich bevindt periodiek. Op deze manier vermindert u de frequentie van het reinigen van de
verdamper en zorgt u voor een soepele en optimale werking van uw warmtepomp.
WAARSCHUWING!
Voorzover de installatie zich in een ruimte bevindt waar veel stof of as aanwezig is of lekken van vluchtige
en brandbare of andere ongewenste stoffen, hout of pelletkachel, verdient het de voorkeur om de
luchtinlaat van de warmtepomp vanuit een andere ruimte regelen. Stof en as worden afgezet op de
verdamper en in de warmtepomp, wat kan leiden tot storingen in de warmtepomp. Lekken van ontplofbare
stoffen kan leiden tot ontploffing of brand.
WAARSCHUWING!
Controleer periodiek (elke 6 maanden) de aansluitingen (stroom, water, koelmiddel) op de warmtepomp.
Let op mogelijke lekken van water of koelmiddel. Inspecteer ook de vuilvanger (maandelijks). In het geval
dat de vuilvanger niet regelmatig wordt schoongemaakt, kan deze verstopt raken. Inspecteer periodiek
(maandelijks) de terugslagklep op de koudwaterlijn; tap voorzichtig wat water af ter controle.
WAARSCHUWING!
In geval van verstopping of bevriezing van bepaalde onderdelen, moet u de unit uitschakelen, de stekker uit
het stopcontact halen en onmiddellijk contact opnemen met de klantenservice.
WAARSCHUWING!
In geval van geur of ongebruikelijke geluiden, schakelt u het apparaat onmiddellijk uit en neem contact op
met de klantenservice.
WAARSCHUWING!
Als de unit zich in de kamer bevindt, waar de temperatuur onder het vriespunt kan komen (< 0 ° C) en de
warmtepomp gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt, moet de unit worden geleegd. Anders kan
schade aan de boiler of elektrische verwarming optreden.
WAARSCHUWING!
Regelmatige reiniging van waterreservoir en elektrische verwarmer (tijdens vervanging van Magnesium-
anode of inspectie) is vereist om een efficiënte werking van de warmtepomp te garanderen.
40