Hoofdstuk 2. Aan de slag met uw computer
De slaapstand activeren of de computer
uitschakelen
Als u klaar bent met werken op de computer, kunt u de slaapstand activeren
of de computer uitschakelen.
De slaapstand activeren
Als de computer zich in de slaapstand bevindt, kunt u deze snel activeren en
verder gebruiken. Zo kunt u het opstartproces overslaan.
Voer een van de volgende handelingen uit om de slaapstand te activeren:
• Sluit het scherm.
• Druk op de aan/uit‐knop.
• Verplaats de cursor naar de linkeronderhoek en klik op de Start‐knop.
Selecteer Aan/uit
Opmerking: Zet uw computer in de slaapstand voordat u deze verplaatst. Als u uw
computer verplaatst terwijl de harde schijf draait, kan dit de harde schijf
beschadigen waardoor gegevens verloren gaan.
Voer een van de volgende handelingen uit om de computer te wekken:
• Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord.
• Druk op de aan/uit‐knop.
De computer uitschakelen
Schakel uw computer uit als u deze gedurende een lange periode niet zult
gebruiken.
U kunt de computer uitschakelen door een van de volgende handelingen uit
te voeren:
• Verplaats de cursor naar de linkeronderhoek en klik op de Start‐knop.
Selecteer Aan/uit
• Klik met de rechtermuisknop op de Start‐knop in de linkeronderhoek en
selecteer Afsluiten of afmelden Afsluiten.
16
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Slaapstand.
Afsluiten.