Aansluiten van een toestel op de relais
Sluit uw toestel aan op de ontvanger door gebruik te maken van de NO (normaal open) & COM
(gedeelde) aansluitklemmen van elk kanaal (10 & 11) voor de standaard uit-modus. Indien u de
standaard aan-modus verkiest, maak dan gebruik van de NC (normaal gesloten) en COM (gedeelde)
aansluitklemmen (10 & 11).
Beide relais zijn elk geschikt voor max. 48 VDC gebruik bij 5 A (resistieve belasting).
Beide kanalen zijn droge contacten (stroom dient voorzien te worden via een andere bron).
Voorbeeld 1: toestel met zelfde voedingsspanning als de VM130V2SET met NC-schakeling
Ledstrip van 12 V, aangesloten op kanaal 1 op de NC (normaal gesloten) en COM (gedeelde)
aansluitklemmen. De ledstrip deelt de voedingsspanning van de adapter met de VM130V2SET. Bij
het aansluiten van onderstaande schakeling zal de ledstrip branden zolang kanaal 1 uitgeschakeld is.
Bij het inschakelen van kanaal 1 zal de ledstrip uitschakelen.
Voorbeeld 2: toestel met verschillende voedingsspanning als de VM130V2SET met NO-schakeling
Ledstrip van 24 V, aangesloten op kanaal 2 op de NO (normaal open) en COM (gedeelde)
aansluitklemmen. De ledstrip heeft een aparte voedingsbron. Bij het aansluiten van onderstaande
schakeling zal de ledstrip niet branden zolang kanaal 2 uitgeschakeld is. Bij het inschakelen van
kanaal 2 zal de ledstrip branden.
Een nieuwe code genereren voor de zender
Houd de CH1 knop (2) & de CH2 knop (3) op de zender tegelijk in voor minstens 5 seconden. De
nieuwe code wordt nu gegenereerd. Indien dit geslaagd is, zal de rode Indicator LED (4) tijdelijk
knipperen.
U dient de zender opnieuw te koppelen met de ontvanger nadat u een nieuwe code gegenereerd heeft op
de zender.
P a g e
| 8