8.2 Procedure inbedrijfstelling
Voedingskabel en elektrische toebehoren overeenkomstig het meegeleverde schakelschema aansluiten.
Op grond van de EC-motoren moet met een verhoogde lekstroom gerekend worden.
Vóór aansluiting op het net en de inbedrijfstelling dient op een betrouwbare aarding te worden gelet.
Bij een aangelegde stuurspanning of opgeslagen toerentalinstelwaarde lopen de EC-ventilatoren na een
netuitval automatisch weer aan.
•
De werkschakelaar inschakelen.
•
Wachten totdat de bedieningsmodule BMK initialiseert en naar de weergavemodus omschakelt.
•
Op de BMK de gewenste bedrijfsmodus selecteren - de installatie start met de vooraf ingestelde parameters.
•
Het wijzigen van functies en parameters is in de meegeleverde montage- en bedieningshandleiding
beschreven.
Wordt het inbedrijfstellen van de installatie niet door Solid Air uitgevoerd, dan dienen alle in- en uitgangen
op juiste bekabeling en functie te worden gecontroleerd:
•
Vorstbeveiligingsfunctie.
•
Draairichting ventilatoren.
•
Draairichting buitenlucht-/retourluchtklep.
•
Plausibele voelerwaarden (ruimtesensor, toevoerluchtsensor, retourluchtsensor, buitenluchtsensor,
ijsvormingssensor).
•
Motorstroomwaarden meten.
•
Motorbescherming (thermocontacten/PTC-weerstanden).
•
Luchtstroombewaking.
•
Filterbewaking.
•
Functie van de bypassklep (draairichting).
•
Servomotor verwarming.
•
Verwarmingscircuitpomp.
•
Alsmede alle andere installatiespecifieke functies.
Wordt de functietest niet adequaat uitgevoerd, dan wordt er geen garantie door Solid Air overgenomen!
SOLID AIR ® CLIMATE SOLUTIONS
•
T +31 598 36 12 21
•
www.solid-air.nl
22
•
contact@solid-air.nl