Installeer dit scheepsinstrument volgens deze instructies voor optimale prestaties. Neem contact op met
Garmin
®
-ondersteuning. als u problemen ondervindt tijdens de installatie of raadpleeg een professionele
installateur.
Dit instrument communiceert met NMEA 2000
toont het informatie zoals snelheid, koers en waterdiepte. Het instrument kan ook communiceren met een
NMEA
0183 toestel via een optionele gegevenskabel.
®
Belangrijke veiligheidsinformatie
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en
andere belangrijke informatie.
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren om
mogelijk persoonlijk letsel te voorkomen.
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de andere kant van het oppervlak bevindt om schade
aan het vaartuig te voorkomen.
Aandachtspunten bij de montage
Dit toestel dient te worden gemonteerd op een locatie die niet wordt blootgesteld aan extreme temperaturen of
omstandigheden. Het temperatuurbereik voor dit toestel wordt vermeld in de productspecificaties. Langdurige
blootstelling aan temperaturen boven het opgegeven temperatuurbereik, in opslag- of
gebruiksomstandigheden, kan tot storingen in het toestel leiden. Schade door extreme temperaturen en
gerelateerde gevolgen vallen niet onder de garantie.
Het montageoppervlak moet vlak zijn, zodat het toestel niet wordt beschadigd wanneer het is gemonteerd.
Neem deze aandachtspunten in acht bij het kiezen van een montagelocatie.
• De montagelocatie moet zich op of onder ooghoogte bevinden voor optimaal zicht tijdens het besturen van
het vaartuig.
• De kijkhoek van de montagelocatie moet kleiner dan 45° zijn voor het GNX 20 scheepsinstrument met
standaard lcd-scherm, en kleiner dan 50° voor het GNX 21 scheepsinstrument met negatief lcd-scherm. Er
worden negatieve schermkleuren weergegeven als de kijkhoek groter is dan 30° in de linkerrichting op de
GNX 20 en als de kijkhoek groter is dan 60° de rechterrichting op de GNX 21.
• Het montageoppervlak moet sterk genoeg zijn om het gewicht van het toestel te dragen en het te
beschermen tegen overmatige trillingen of schokken.
• Teneinde interferentie met een magnetisch kompas te voorkomen, mag het toestel niet dichter bij een
kompas worden geïnstalleerd dan op de kompasveilige afstand die is vermeld in de productspecificaties.
• Het gebied achter de montageplaats moet voldoende ruimte bieden voor plaatsing en aansluiting van de
kabels.
Augustus 2021
GNX
20/21 installatie-instructies
™
®
sensors en toestellen en als de juiste sensors zijn aangesloten,
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
LET OP
LET OP
GUID-E313CF8B-397D-48AF-8839-977C29E188D5 v6