System Configuration (Systeemconfiguratie)
Serial Port (Seriële poort)
SATA Operation (SATA-
bediening)
USB Controller (USB-controller)
Smart Reporting (Smart-
rapportage)
Diskette Drive (Diskettestation)
Miscellaneous devices (Diverse
apparaten)
•
PS2
•
ECP
•
DMA1
•
DMA3
Standaardstelling: AT
Hiermee kunt u de geïntegreerde seriële poort configureren. De opties zijn:
•
Disabled (Uitgeschakeld)
•
COM1
•
COM2
•
COM3
•
COM4
Standaardstelling: COM1
Hiermee kunt u de interne SATA-vaste-schijfcontroller configureren. De opties zijn:
•
Disabled (Uitgeschakeld)
•
ATA
•
AHCI
Standaardstelling: AHCI
OPMERKING: SATA is geconfigureerd om de RAID-modus te ondersteunen.
Hiermee kunt u de USB-controller beheren. De opties zijn:
•
Enable USB Controller (USB-controller inschakelen)
•
Disable USB Mass Storage Dev (USB-apparaat voor massaopslag
uitschakelen)
•
Disable USB Controller (USB-controller uitschakelen)
Standaardinstelling: Enable USB Controller (USB-controller inschakelen)
Hiermee kunt u SMART (Self Monitoring Analysis and Reporting Technology)
activeren.
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
Hiermee kunt u de diskettestations activeren. De opties zijn:
•
Disabled (Uitgeschakeld)
•
Enabled (Ingeschakeld)
Standaardinstelling: Disabled (Uitgeschakeld)
Hiermee kunt u de volgende apparaten in- of uitschakelen:
•
Internal Modem (Interne modem)
•
Fixed Bayn (Vast compartiment)
•
eSATA Ports (eSATA-poorten)
•
Hard Drive Free Fall Protection (Bescherming tegen vallen van de vaste
schijf)
•
'External USB Port (Externe USB-poort)
103