a) vloeistof in het apparaat terecht is gekomen, b) het apparaat een vreemde geur of rook afgeeft of
vreemde geluiden maakt, c) het netsnoer beschadigd is, d) het apparaat omgestoten is of de
behuizing beschadigd is.
5. Plaats geen voorwerpen op de kabels. Installeer het apparaat niet op een plek waar iemand op de
voedingskabel kan trappen.
6. Haal om veiligheidsredenen de stekker uit het stopcontact telkens wanneer u klaar bent met het
apparaat.
7. Steek niets in de opening van het apparaat. Als er een vreemd voorwerp in de opening komt,
verwijder dan de kabel uit het stopcontact en neem contact op met de distributeur of de fabrikant.
8. Plaats het apparaat niet op een onstabiele trolley, plank of voertuig. Het apparaat kan
beschadigd raken als het valt.
9. Om de vaste levensduur van het apparaat te garanderen, wordt aanbevolen een interval van één
minuut aan te houden voordat de aan/uit-knop opnieuw wordt ingedrukt (tussen in- en uitschakelen en
vice versa).
10. De voeding moet voldoen aan de specificaties op het typeplaatje. Anders bestaat het risico dat
het apparaat niet goed werkt, beschadigd raakt of zelfs doorbrandt.
OPMERKINGEN:
1. Neem in geval van schade aan de voedingskabel of andere storingen contact op met een
erkend servicecentrum - dit voorkomt gevaar.
2. Deze uitrusting mag worden gebruikt door kinderen van ten minste 8 jaar oud en door personen
met beperkte fysieke en mentale capaciteiten en gebrek aan ervaring met en kennis van de uitrusting
als er toezicht of instructie in het veilig gebruik van de uitrusting wordt gegeven.
manier, zodat de bijbehorende risico's worden begrepen.
3. Het apparaat is niet bedoeld om mee te spelen door kinderen. Laat kinderen niet met het apparaat
spelen.
4. Laat het apparaat niet onbeheerd achter wanneer er kinderen of personen zonder voldoende kennis
van het gebruik van het apparaat in de buurt zijn.
5. Dit elektrische apparaat is geen speelgoed. Verkeerd gebruik van of contact met het elektrische
apparaat kan gezondheidsrisico's of de dood tot gevolg hebben, daarom moet het apparaat buiten het
bereik van kinderen worden gebruikt en bewaard.
VERWIJDERING VAN HET APPARAAT
Gooi gebruikte elektrische apparaten, armaturen en verpakkingen weg naar recyclingcentra
in overeenstemming met de milieubeschermingsregels. Elektrische apparaten mogen niet
bij het huisvuil. Volg de regels voor het weggooien van dit soort apparatuur. Om het milieu
te beschermen in overeenstemming met Richtlijn 2012/19/EG betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur, moet u zich houden aan de regels voor
afvalverwerking.
Elektronisch afval moet apart worden ingezameld en naar inzamelpunten voor elektronisch en elektrisch
afval worden gebracht.
Afgedankte en oude apparaten bevatten volledig recyclebare onderdelen en moeten daarom worden
ingeleverd voor recycling. Daarom moeten ze worden ingeleverd bij de juiste inzamelpunten en bij ACTIV
Tomasz Pacholczyk Company.
OPSLAG EN TRANSPORT
Het apparaat mag alleen in de originele verpakking worden vervoerd bij een temperatuur tussen (-)
20 °C en (+) 50 °C. Het apparaat moet worden opgeslagen in een goed geventileerde ruimte met een
relatieve vochtigheid van niet meer dan 75%.
relatieve vochtigheid van niet meer dan 75%. Bedrijfstemperatuur van (+) 10 °C tot (+) 40 ° C . Tijdens
opslag- en transportprocessen mag de eenheid niet worden gegooid of gevallen en mag niet worden
b l o o t g e s t e l d aan mechanische schokken of atmosferische invloeden.
en een