2. Trap op de voetschakelaar en beweeg
ondertussen de joystick voor de telescoop van de
giek/roteren van de knikarm naar voren/achteren
om de giek uit of in te schuiven.
3. Trap op de voetschakelaar en beweeg
ondertussen de joystick voor heffen van de
giek/roteren van het platform naar links/rechts om
het draaiplateau met de klok mee of tegen de klok
in te roteren.
4. Trap op de voetschakelaar en beweeg
ondertussen niveauschakelaar voor
heffen/neerlaten van het platform omhoog/omlaag
om het platform te heffen/neer te laten.
W
GEVAAR VOOR VALLEN
De schakelaar voor waterpas stellen
van het platform mag uitsluitend
worden gebruikt voor het licht
waterpas stellen van het platform.
De last/opzittende kan verschuiven
of vallen door onjuist gebruik.
5.
Trap op de voetschakelaar en beweeg
ondertussen de rotatieschakelaar voor het
draaiplateau naar links/rechts om het platform
met de klok mee of tegen de klok in te roteren.
6.
Trap op de voetschakelaar en beweeg
ondertussen de schakelaar knikarm
omhoog/omlaag omhoog/omlaag om de giek te
heffen of neer te laten.
7.
Trap op de voetschakelaar en beweeg
ondertussen de joystick voor de telescoop van de
giek/roteren van de knikarm naar links/rechts om
de giek met de klok mee of tegen de klok in te
roteren (indien aanwezig).
Om te rijden:
1. Trap op de voetschakelaar en beweeg
ondertussen de joystick voor rijden/sturen
vooruit/achteruit om de machine vooruit of
achteruit te rijden.
2. Snelheid verhogen: beweeg de joystick langzaam
weg van het midden.
3. Snelheid omlaag: beweeg de joystick langzaam
naar het midden.
4. Stoppen: zet de joystick in het midden of laat de
voetschakelaar los.
Als de giek in de bedrijfsstand staat, dan wordt de
rijsnelheid van de machine beperkt.
Om te sturen:
Gebruiksaanwijzing AB18EJ&18HJ
AARSCHUWING
DE MACHINE BEDIENEN
Trap op de voetschakelaar en beweeg ondertussen
de joystick voor rijden/sturen vooruit en druk op de
linker-/rechterkant van de duimtuimelschakelaar
bovenop de hendel om naar links/rechts te sturen.
Selecteren van de rijsnelheid:
1. Als de machine niet in de bedrijfsstand staat, kan
worden gekozen uit twee modi voor de rijsnelheid
(hoge/lage snelheid).
2. Beweeg de keuzeschakelaar voor hoge/lage
rijsnelheid om de gewenste rijsnelheid te
selecteren.
GEVAAR VOOR KANTELEN
Als de machine is gekanteld, moet
deze op lage snelheid worden
gereden.
Als de machine in de bedrijfsstand staat, kan deze
alleen rijden op lage snelheid. Het bedienen van de
keuzeschakelaar voor hoge/lage rijsnelheid schakelt
de modus voor hoge rijsnelheid niet in.
Vóór het gebruik (alleen AB18HJ):
1. Draai de keuzeschakelaar grond/platform op de
grondbediening naar grond.
2. Trek de rode noodstopknop op de grondbediening
uit naar de stand AAN.
3. Draai de sleutelschakelaar op de grondbediening
naar de stand AAN.
4. Druk op de startknop voor de motor (niet langer
dan 15 s) op de grondbediening om de motor te
starten.
BELANGRIJK
•
De motor moet voor de eerste keer altijd worden
gestart vanaf de grondbediening.
•
Als de motor niet onmiddellijk start, probeer dan
niet te lang om de motor te starten. Als een
herstart nog steeds mislukt, laat dan de
startmotor gedurende 2 – 3 min afkoelen; als de
motor na meerdere pogingen nog steeds niet
start, raadpleeg dan de onderhoudshandleiding.
•
Warm de motor op door deze gedurende 3 -
5 min op lage snelheid te laten draaien, voordat
u enige belasting uitoefent.
5.
Druk nadat de motor voldoende is voorverwarmd
de rode noodstopknop op de grondbediening in
naar de stand UIT om de motor uit te schakelen.
7-7
W
AARSCHUWING
© okt 2020