Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

7.2 Problemen oplossen

Probleem
De controller is niet ingeschakeld De controller is niet op het net
FR01 eindpositiealarm
De controller start geen
regeneratie.
De controller geeft verkeerde
parameters weer
De controller is geblokkeerd.
Welke knop u ook indrukt, er
verschijnt geen feedback op de
display.
De controller geeft ErEE of
ErES weer
Mogelijke oorzaak
aangesloten of ontvangt geen
voeding
Defecte transformator of probleem
met de bedrading
Probleem met de bedrading
Mechanische problemen:
Beschadigde steun van
microschakelaar
Nok niet bevestigd
Beschadigde stick van
microschakelaar
Beschadigde microschakelaar
Probleem met de bedrading
Motorprobleem
Blokkeersignaal actief
Verkeerde programmering
Er is geen programma voor de
controller.
Er is geen programma voor de
controller.
Fout bij het lezen van de EEprom-
parameters / fout bij het lezen van
de EEprom-statistieken
Remedie / Wat te doen?
Sluit de controller op de voeding aan.
Met een DMM controleert u of de transformator naar behoren
werkt. Als dat het geval is, zoekt u naar een probleem met de
bedrading of verandert u gewoon de transformator.
Open de box en controleer de bedrading aan de hand van de
bedradingschema's. Controleer de kabels op schade.
Open de box van de controller en controleer of de kunststof
delen die de microschakelaar op zijn plaats houden, heel zijn.
Controleer of de nok goed bevestigd is met de borgveer.
Controleer of de metalen stick die de microschakelaar sluit,
niet beschadigd is.
Neem de microschakelaar weg en probeer hem manueel te
bedienen. Als de controller terug aan het werk gaat, is de
microschakelaar in orde. Controleer in dat geval op
mechanische problemen.
Als de controller niet terug aan het werk gaat, is de
microschakelaar beschadigd of is er een probleem met de
bedrading.
Controleer de bedrading van de microschakelaar aan de hand
van de elektrische diagrammen.
Controleer of de kabels niet beschadigd zijn.
Controleer of de motor draait. Controleer de bedrading van de
motor en controleer of de kabels niet beschadigd zijn.
Controleer of er geen kortsluiting is tussen de blokkeerpoorten
van de terminal.
Controleer of programmering van de controller aan de
systeemconfiguratie aangepast is.
Demonteer de box en druk de knop hardware-reset in. Als dat
het probleem niet oplost, vervangt u de printplaat.
Demonteer de box en druk de knop hardware-reset in. Als dat
het probleem niet oplost, vervangt u de printplaat.
Als die parameters permanent weergegeven worden, is de
printplaat beschadigd.
31
S F E - E V

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave