32
Kleurprofiel
De gebruiker kan elke weergavemodusinstelling kiezen als de
referentie-instelling van de huidige "Gebruiker 1", "Gebruiker 2" of
"Gebruiker 3", behalve zichzelf. Wanneer de gebruiker de
weergavemodi "Gebruiker 1", "Gebruiker 2" en "Gebruiker 3" kiest,
toont het OSD "Kleurprofiel" en "Hernoem". Gebruiker 1 /
Gebruiker 2 / Gebruiker 3 zijn beide Standaard.
Wandkleur
Gebruik deze functie om een geschikte kleur te kiezen in
overeenstemming met de achtergrond. Er zijn verschillende
keuzemogelijkheden, zoals wit, lichtgeel, lichtblauw, roze,
donkergroen. Dit zal de kleurafwijking die door de wandkleur wordt
veroorzaakt, compenseren om de juiste beeldtint weer te geven.
Helderheid
Past de helderheid van het beeld aan.
•
•
Contrast
Het "Contrast" beheert het verschil tussen de helderste en donkerste
gedeelten van het beeld. Als u het contrast aanpast wordt de
hoeveelheid zwart en wit in het beeld gewijzigd.
•
•
Verzadiging
Past een videobeeld aan van zwart-wit naar volledig verzadigde
kleuren.
•
•
Tint
Past de kleurbalans van rood en groen aan.
•
•
Kleurtemperatuur
Modus
Gebruik deze functie om CT1, CT2, CT3, Gebruikersmodus te kiezen.
R-versterking
Past de roodversterking aan voor optimalisatie van de
kleurtemperatuur.
G-versterking
Past de groenversterking aan voor optimalisatie van de
kleurtemperatuur.
B-versterking
Past de blauwversterking aan voor optimalisatie van de
kleurtemperatuur.
Gamma
Heeft effect op de voorstelling van een donkere scène. Met een
hogere gammawaarde ziet een donkere scène er helderder uit.
Druk in
om het beeld donkerder te maken.
Druk in
om het beeld helderder te maken.
Druk in
voor minder contrast.
Druk in
voor meer contrast.
Druk in
om de hoeveelheid kleur in het beeld te verlagen.
Druk in
om de hoeveelheid kleur in het beeld te verhogen.
Druk in
om de hoeveelheid groen in het beeld te verhogen.
Druk in
om de hoeveelheid rood in het beeld te verhogen.