10. INSTALLATIE EN GEBRUIK
Voor de installatie en gebruik van de snijeenheid dient men:
1) deze op de machine te plaatsen d.m.v.
een vlakke of hoekige beugel die aande
bovenkant van de motorhouder van de
unit bevestigd dient te worden (zie
figuur 4 en 5).
OPMERKING
De snijeenheid kan in welke positie dan ook
geïnstalleerd worden: verticaal, ondersteboven,
lateraal. De basis in aluminium moet niet per sé
in contact zijn met de machineoppervlakte.
2) het te snijden materiaal op een tafel voor te bereiden;
3) de luchtpijp op de snelkoppeling "A" aan te sluiten (niet
geleverd);
3) het materiaal boven de snijbasis te plaatsen (zie figuur 7);
4) de mobiele bescherming aan de voorkant volgens de dikte van
het te snijden materiaal af te stellen;
5) de luchtvoeding te activeren en het materiaal te snijden.
OPMERKING
Om het materiaal te snijden kan men de snijeenheid FP100 vasthouden
en het materiaal bewegen of andersom het materiaal vasthouden en de
eenheid bewegen. Houd hierbij het materiaal goed gespannen. Eventuele
plooien rechttrekken.
OPGELET
Gebruik nooit de twee bouten die de motor aan het snijonderdeel bevestigen, om
de snijeenheid te bevestigen. Deze handeling kan de breuk van de leispil
veroorzaken. In dit geval is de garantie niet van toepassing.
11. MANOMETER LUCHT-TOEVOER (OPTIONAL)
De snijeenheid dient verplicht met gesmeerde lucht
op een druk van 4-6 bar gevoed te worden. Rasor
stelt haar klanten een filter-drukregelaareenheid met
manometer ter beschikking. Deze is reeds geijkt met
de juiste hoeveelheid olie die verdeeld dient te worden.
Deze eenheid (zie figuur 8) bestaat uit:
1 - drukregelaar;
2 - condens-afvoerklep;
3 - oliedruppelaar;
4 - olietank;
5 - manometer;
6 - condenstank;
7 - verbinding voor de aansluiting van de snelkoppeling
aan het net;
8 - verbinding voor de aansluiting van de snelkoppeling
aan de snijeenheid.
Voor het gebruik en het onderhoud zie de instructies die samen met de
filter geleverd worden.
4
®
1
7
6
N L
5
A
6
7
3
8
4
8
5
2
9