8695 5506 / B
1 - BESCHRIJVING
De unit autonome AVC maakt
het mogelijk de hoogte van de
lasboog van een Tig of Plasma
installatie af te stellen.
2 - WERKING VAN DE UNIT REGELING BOOGSPANNING
De werkelijke spanning van de
lasspanning wordt getoetst aan een
referentie die op het
bedieningspaneel kan worden
bijgesteld. Een foutmelding, verwerkt
en versterkt, veroorzaakt de in
beweging zetting van een
gemotoriseerde geleider waarop de
lastoortst staat.
De overslag volgorde van de boog is volledig
geautomatiseerd.
NERTAMATIC 450
De spanning van de lasboog
hangt rechtstreeks af van de
afstand tussen de elektrode en
het te lassen werkstuk, alle
andere parameters zijn
constant (sterkte, aard en
debiet van het gas)
Dalen toorts voor opsporing te lassen werkstuk.
Stoppen van het dalen bij de boogoverslag.
In werking stelling van de afstelling van de
booghoogte voor het voorlassen.
Passage na temporisatie waarvan de parameters
kunnen worden ingesteld op een lasregelspanning.
Bij het ophouden van het lassen, na een post-gas,
temporisatie van het omhoog gaan van de toorts
waarvan de parameters bijgesteld kunnen worden.
Door de afstand tussen de
elektrode en het werkstuk
constant te houden, houdt
men eveneens een constante
boogspanning in stand.
Hiervoor hebben wij een
systeem ontwikkeld dat de
boogspanning regelt.
Als de boogspanning lager is dan
de referentiespanning, zal de
geleider de elektrode verwijderen
van het werkstuk en zal dus de
boogspanning opgevoerd worden
totdat het evenwicht hersteld is. Dit
systeem werkt omgekeerd als de
boogspanning hoger is dan de
referentiespanning.
AVC
-5