Sproeivloeistof sproeien :
H
4
Sproeibuis instellen :
J I
Sproeistraal instellen:
K
5. Onderhoud
Rugspuit schoonmaken :
H
G
L
M
Grondige controle :
26
1. Rugsproeier op de rug vastgespen.
2. De lengte van de draagriem
behulp van de rieminstellingen
de persoonlijke behoeften instellen.
Het doorgestikte einde van de draag-
riem is al af fabriek in de rieminstel-
7
lingen
gevoerd.
4
3. Pomphendel
meerdere keren naar beneden drukken
(ca. 7- 9 keer) tot de hendel moeilijk naar beneden te drukken
is en een weerstand bereikt.
H
4. Druktoets
op de sproeiergreep indrukken.
De sproeivloeistof komt naar buiten.
H
5. Druktoets
op de sproeiergreep loslaten.
Het sproeien wordt gestopt.
I
1. Dopmoer
losmaken.
J
2. Sproeibuis
tot de gewenste lengte uittrekken.
I
3. Dopmoer
weer vasttrekken.
De sproeistraal kan van volle straal (sproeier open) tot de aller-
fijnste sproeinevel (sproeier dicht) ingesteld worden.
K
v Sproeier
op de gewenste sproeistraal open- of dichtdraaien.
De rugsproeier moet na elk gebruik schoongemaakt worden.
H
1. Druktoets
op de sproeiergreep indrukken en druk via de
sproeibuis laten ontsnappen.
G
2. Reservoirdeksel
de schroefdraad en de schroefdraad-O-ring
maken.
M
3. Inlaatfilter
en reservoirdeksel
4. Reservoir leegmaken en met schoon water (eventueel met
afwasmiddel) vullen.
5. Rugsproeier leegspuiten.
De ventielen en de sproeier worden schoongemaakt.
6. Rugsproeier in geopende toestand laten drogen.
Restvloeistoffen niet via het riool weggooien. Wend u zich hiertoe
tot de gemeentereiniging.
Wij raden aan na een gebruik van 5 jaar de rugsproeier aan
een grondige controle – het beste door de GARDENA-service –
te onderwerpen.
1
met
7
op
er afschroeven en bij vuil aan de buitenkant
G
in schoon water reinigen.
7
1
L
grondig schoon-