F
Configuratie veiligheidsbesturing
Bij aansluiting van de veiligheidssensor aan elektronische veiligheidsmodules raden wij aan, een tijdsvertraging van
minstens 100 ms in te stellen. De veiligheidsingangen van de veiligheidsmodule moeten een testimpuls van ca.1 ms
kunnen maskeren. De veiligheidsmodule moet niet met een dwarssluitdetectie uitgerust zijn; een eventueel aanwezige
dwarssluitdetectie moet uitgeschakeld worden.
5.2 Seriële diagnose -SD
Kabelconfiguratie
De bedradingscapaciteit van de kabel, die aan de veiligheidssensor aangesloten is, is beperkt tot 50 nF.
Normale onafgeschermde LIYY kabels met een lengte van 200 m en een doorsnede van 0,25 mm² tot 1,5 mm²
hebben, afhankelijk van de opbouw, een capaciteit van ongeveer 20 ... 50 nF.
F
Bij het bekabelen van SD componenten moet rekening worden gehouden met de spanningsval op de kabels en de
stroombelastbaarheid van de individuele componenten.
F
Accessoires voor de serieschakeling
Voor een comfortabele bekabeling en serieschakeling van SD componenten zijn de SD-verdelers PFB-SD-4M12-SD (variant
in gesloten behuizing voor gebruik ter plaatse) en PDM-SD-4CC-SD (variant voor installatie op DIN rail in de schakelkast) en
een uitgebreid gamma accessoires verkrijgbaar. Gedetailleerde informatie vindt u op het Internet onder
products.schmersal.com.
5.3 Schakelvoorbeelden voor de serieschakeling
Het toepassen van een serieschakeling is mogelijk. Bij een serieschakeling blijft de risicotijd ongewijzigd en
verhoogt de reactietijd met de som van de in de technische gegevens opgegeven reactietijd van de ingangen per
bijkomend toestel. Het aantal componenten wordt uitsluitend beperkt door de externe beveiliging volgens de
technische gegevens en de kabelverliezen. Een serieschakeling van RSS 36 ...-SD met seriële diagnosefunctie is
mogelijk tot een maximum van 31 componenten.
De getoonde toepassingsvoorbeelden zijn voorstellen. De gebruiker moet echter de schakeling en de geschiktheid
van het product voor de specifieke toepassing controleren.
Aansluitvoorbeeld 1: Serieschakeling van de RSS 36 met conventionele diagnose-uitgang
De spanning wordt bij de laatste veiligheidssensor in de keten (gezien vanaf de veiligheidsmodule) naar de beide
veiligheidsingangen gevoerd.
De veiligheidsuitgangen van de eerste veiligheidssensor worden op de veiligheidsmodule aangesloten. De
diagnose-uitgang kan bijvoorbeeld op een PLC aangesloten worden.
15-25