Inhoudsopgave
Advertenties
9.2
Indicator batterijcapaciteit (Fig. 1a)
Er zijn capaciteitsindicatoren op het batterijpack. U kunt de capaciteit van de batterij
controleren wanneer u de knop (10) indrukt. Druk vóór het gebruik van het apparaat de
trekkerschakelaar even in om te controleren of de batterij voldoende opgeladen is om correct
te werken.
Deze 3 leds geven de capaciteit van de batterij aan:
3 leds branden: batterij volledig opgeladen
2 leds branden: batterij 60% opgeladen
1 led brandt: batterij bijna ontladen
9.3
Plaatsen en verwijderen van de batterij (Fig. 2)
WAARSCHUWING: zorg ervoor dat de boormachine uitgeschakeld is en dat
de richtingkeuzeschakelaar in de middenstand staat vóór u instellingen
wijzigt.
▪
Houd het gereedschap met één hand vast en het batterijpack (5) met de andere.
▪
Om te installeren: duw en schuif het batterijpack in de batterijhouder tot de ontgrendelpal
aan de achterzijde van de batterij vastklikt en controleer of de batterij stevig vastzit vóór u
begint te werken.
▪
Om te verwijderen: duw op de ontgrendelpal van de batterij en trek tegelijkertijd het
batterijpack uit zijn houder.
9.4
Een bit en boor plaatsen en verwijderen (Fig. 3)
Deze boormachine beschikt over een sleutelloze boorkop om te voorkomen dat de bit of boor
loskomt.
▪
Houd de zachte handgreep van de snoerloze boormachine stevig vast met één hand.
▪
Draai de ring A met de andere hand in tegenwijzerzin totdat de opening van de boorkop
groot genoeg is om het gereedschap op te kunnen nemen.
▪
Stop de boor of schroevendraaierbit in de boorkop.
▪
Draai de ring A in wijzerzin totdat het gereedschap stevig vastgeklemd zit.
Om het gereedschap te verwijderen, voert u deze stappen omgekeerd uit.
9.5
Schakelaar (4)
De boormachine wordt in- en uitgeschakeld door te trekkerschakelaar in te duwen of los te
laten.
9.5.1
Vergrendeling van de schakelaar (Fig. 4)
De trekkerschakelaar kan in de UIT stand vergrendeld worden.
Dit helpt om ongewenst starten te voorkomen wanneer het gereedschap niet in gebruik is. Zet
de keuzeschakelaar voor de draairichting in zijn middenstand om de trekkerschakelaar te
vergrendelen.
9.5.2
Draairichting (Fig. 5)
De draairichting wordt bepaald door de keuzeschakelaar voor de draairichting die zich boven
de trekkerschakelaar bevindt.
9.5.2.1
In wijzerzin draaien:
Rechts: om de voorwaartse richting te kiezen, laat u de aan/uit-schakelaar los en duwt u de
voorwaarts/achterwaarts-hendel naar de linkerkant van het gereedschap.
Copyright © 2020 VARO
POWXB10010
P a g i n a
| 10
NL
www.varo.com
Advertenties
Inhoudsopgave
