TRANSMISSIEDATAFORMAAT
Het transmissiedataformaat is van host naar slave
Er zijn twee soorten transmissiedataformaten vanaf de host, zoals hieronder aangegeven.
• Formaat 1 : Commando
Een commando is data die verzoekt om een statusverandering.
Startteken
: '@'
COMMANDO
: zie "Commandolijst"
Eindteken (CR)
: 0Dh
start
commando
'@'
"xxx:"+"..."
• Formaat 2 : Statusverzoek
Een statusverzoek is data die om een antwoord van een status verzoekt.
Startteken
: '@'
Verzoekt status
: zie "Statusverzoekenlijst"
Verzoekteken
: '?'
Eindteken (CR)
: 0Dh
start
verzoekt status
'@'
"xxx:?"+"..."
Het transmissiedataformaat is van slave naar host
Er zijn twee soorten transmissiedataformaten vanaf de slave, zoals hieronder aangegeven.
• Formaat 1 : ACK/NAK
ACK is een antwoord vanaf de slave nadat de slave een acceptabel commando vanaf de host heeft ontvangen.
(ACK wordt naar de host gestuurd wanneer slave geen bijbehorende status bij het commando heeft.)
Startteken : '@', ACK : 06h, Eindteken (CR) : 0Dh
start
ACK
CR
'@'
06h
0Dh
NAK is een antwoord vanaf de slave wanneer de slave een onjuist commando, statusverzoek of andere data
heeft ontvangen vanaf de host.
Startteken : '@', NAK : 15h, Eindteken (CR) : 0Dh
start
NAK
CR
'@'
15h
0Dh
• Formaat 2 : Statusantwoord en automatische statusterugkoppeling
Statusantwoorden zijn antwoorden nadat de slave een acceptabel statusverzoek of commando heeft
ontvangen vanaf de host. Automatische statusterugkoppelingen worden naar de host gestuurd wanneer de
status van de slave is veranderd.
Startteken
: '@'
Antwoordteken
: zie "Statuslijst"
Eindteken (CR)
: 0Dh
start
status
'@'
"xxx:"+"..."
38
einde
0Dh
einde
0Dh
einde
0Dh
DE TRANSACTIEVOLGORDEN EN REGELS
De transactievolgorden
De transacties kunnen in drie verschillende volgorden plaatsvinden.
* Een transactie is een commando vanaf de host, waarna de slave antwoordt met een statusantwoord, ACK
of NAK.
* Een transactie is een statusverzoek vanaf de host, waarna de slave antwoordt met een statusantwoord of
NAK.
* Een transactie is automatische statusterugkoppeling vanaf de slave wanneer de status van de slave is
veranderd (indien automatische statusterugkoppeling is ingeschakeld).
De transactieregels
De transacties kunnen volgens enkele verschillende regels plaatsvinden.
* De transmissie van een antwoord (ACK, NAK of statusantwoord) door de slave moet binnen 500 ms eindigen
na de ontvangst van een commando of statusverzoek vanaf de host.
* De host mag geen nieuw commando of statusverzoek verzenden voordat "een antwoord is ontvangen op een
eerder commando of statusverzoek" of "een wachttijd is verstreken na het einde van een eerdere transmissie
van een commando of statusverzoek".
* De slave moet een transactie binnen 500 ms beëindigen bij het zenden van een automatische
statusterugkoppeling.
Specifi catie van automatische statusterugkoppeling
Er zijn enkele specifi eke regels voor de automatische statusterugkoppeling.
* De apparaatstatus is onderverdeeld in vier lagen,1, 2, 3 en 4.
* De status van laag 1 verzonden naar de host is 'veel voorkomend'. (De status van laag 2 verzonden naar de
host is 'regelmatig voorkomend', de status van laag 3 verzonden naar de host is 'onnodig', en de status van
laag 4 verzonden naar de host is 'ongewenst'.)
* De status van iedere laag kan het in- en uitschakelen van de transmissie door een host-commando regelen.
(De standaardinstellingen van het apparaat zijn alle 'uitgeschakeld'.)
* De slave verzendt de automatische statusterugkoppeling uit zichzelf wanneer de status verandert, mits de
automatische statusterugkoppeling is ingeschakeld.
* Het gedefi nieerde apparaat en de onderverdeling in lagen wordt vermeld op de statuslijst.
Voorbeeld van de transacties
<Host>
Commando
max. 0,5 sec
TxD
Statusantwoord,
ACK of NAK
RxD
een transactie
Voorbeeld van de transacties
<Slave>
Statusverzoek
max. 0,5 sec
RxD
Statusantwoord
TxD
een transactie