16.
16. Controleer de derde reeks controlerasters. Zoek in kolom N het raster met de minst
waarneembare strepen, selecteer het nummer van dat raster en druk vervolgens op de
knop OK.
Opmerking
•
• Als alle rasters er anders uitzien, kiest u het raster met de minst waarneembare horizontale
strepen.
Subtiele horizontale strepen
Duidelijk zichtbare horizontale strepen
17.
17. Herhaal deze stappen voor kolommen O tot en met T.
18.
18. Selecteer OK in het voltooiingsbericht.
125