Inhoudsopgave
Advertenties
Surveillance cabinet
3
Installatie van de bewakingskast
3.1
Controlelijst (vóór installatie)
1.
2.
3.
4.
Voorzichtig!
Kies een stevige bevestigingsplaats ter voorkoming van overmatig trillen van de camera.
!
Waarschuwing!
Breng de externe aansluitkabels aan in overeenstemming met NEC, ANSI/NFPA70 (voor
toepassing in de VS), Canadian Electrical Code, Part I, CSA C22.1 (voor toepassing in
Canada) en in overeenstemming met de plaatselijk geldende normen voor alle overige
!
landen.
Stroomkringbeveiliging waarin een 20A, 2-polige gecertificeerde scheidingsschakelaar of op
de stroomkring afgestemde zekeringen zijn vereist als deel van de gebouwinstallatie. Er
moet een gemakkelijk toegankelijke 2-polige verbrekingsinrichting zijn geïntegreerd met een
contactscheiding van minimaal 3 mm.
3.2
De bewakingskast monteren
Voordat u de eenheid monteert, bepaalt u hoe de draden door de gaten in de onderkant of
in de achterkant van de eenheid worden geleid. Als u de gaten in de achterkant kiest,
plaatst u de 2 afdichtdoppen in de gaten in de onderkant, voordat u de eenheid monteert.
Gebruik NPS-fittingen van 20 mm (3/4 inch) voor de gaten in de onderkant en achterkant
van de eenheid. Gebruik NPS-fittingen van 15 mm (1/2 inch) voor de gaten in de zijkanten.
1.
2.
Waarschuwing!
Schroefbouten met een diameter van 6,4 mm tot 8 mm met een uittrekkracht van 120 kg
!
worden aanbevolen. Het bevestigingsmateriaal moet deze uittrekkracht kunnen weerstaan.
Bijvoorbeeld minimaal 19 mm voor multiplex.
3.
4.
5.
Bosch Security System
Zorg ervoor dat u de juiste camera en de juiste accessoires hebt voor de installatie in
uw omgeving.
Bepaal de locatie en de afstand voor de eenheid op basis van de spanning en het
stroomverbruik. Beried de draden en aansluitingen voor die nodig zijn voor het
aansluiten van de camera.
U kunt de hoofdvoeding via een tussengeplaatste eenheid (type PA1 of PA2) leiden
voordat u de voeding aansluit op een eenheid van het type PA0. Raadpleeg de
bekabelingvoorschriften voor informatie over bedrading en afstanden. Zie ook Voeding
via tussengeplaatste eenheid.
Gebruik alleen UL-gecertificeerde, vloeistofdichte trekontlastingen voor doorvoeren
naar de eenheid om er zeker van te zijn dat er geen water in de eenheid kan
binnendringen. Gebruik waterdichte doorvoeren en fittingen om aan de NEMA 4-normen
te voldoen.
Gebruik de sjabloon voor wandmontage die bij de eenheid is geleverd om de locatie van
de 4 montagegaten voor de eenheid te bepalen.
Boor gaten voor de 4 bevestigingsankers. Gebruik voor montage buitenshuis een
weerbestendig afdichtmiddel op het montageoppervlak rond elk gat.
Plaats de eenheid in de optionele afdekplaat.
Bevestig de eenheid op het montageoppervlak.
Installatiehandleiding
Installatie van de bewakingskast | nl
2024-04 | V01 | DOC
9
Advertenties
Inhoudsopgave
