Inhoudsopgave
Advertenties
Machine Translated by Google
7. Wielvergrendeling
Deze worden gebruikt om de rolstoel in een stationaire positie te houden en worden aan weerszijden van de rolstoel
gemonteerd. Ze mogen niet worden gebruikt als de rolstoel in beweging is of om deze te vertragen. Ze moeten altijd
samen worden toegepast. Om de rolstoel te bedienen, duwt u de remhendel naar voren in de richting van de voorkant
van de rolstoel. Hierdoor wordt de rolstoel geïmmobiliseerd. Om de rem los te zetten, beweegt u de hendel naar de
achterkant van de rolstoel.
8. Dwarsbalk
Door bediening van de kruisbeugel kan de rolstoel eenvoudig worden geopend en gesloten. Het moet regelmatig
worden geïnspecteerd op tekenen van slijtage en verbuiging.
9. Opklapbaar rugleuningapparaat
Duw het scharnier naar beneden om de rugleuning neer te klappen. Automatische vergrendeling wanneer u de handgreep
van de rugleuning omhoog trekt. Dit apparaat is bedoeld om de opslagfunctie te verbeteren.
ROUTINECONTROLES EN ONDERHOUD
1. Bekleding
De bekleding moet regelmatig worden gereinigd met een oplossing van milde zeep en water. Gebruik nooit
verfafbijtmiddel of verdunners op de bekleding.
2. Metalen onderdelen
Reinig alle metalen onderdelen met een wasmiddel zoals een autowasmiddel om de afwerking te behouden. Gebruik geen
opdringerig reinigingsmiddel dat krassen veroorzaakt op de afwerking van de stoel.
3. Kruisbeugel
Smeer de centrale bout van de kruisbeugel regelmatig met lichte machineolie.
4. Banden en wielen
Controleer de banden regelmatig op slijtage en vervang ze indien nodig. Massieve banden moeten worden vervangen
als ze loskomen op de velg of als er scheuren verschijnen waardoor de groef van de montagedraad bloot komt te
liggen. Controleer bij luchtbanden of de bandenspanning gelijkmatig en correct is. Controleer of de wielen vrij lopen.
Als uw rolstoel is voorzien van luchtbanden en u heeft een lekke band, breng uw rolstoel dan naar de dichtstbijzijnde
dealer of fietsenmaker.
5. Zwenkwielen
Controleer regelmatig of de bout en moer waarmee het wiel aan de zwenkwielvork is bevestigd goed vast zitten en goed
maar vrij kunnen draaien.
6. Remmen
Controleer regelmatig of de werking goed werkt en er geen sprake is van slijtage of speling.
7. Algemeen
Controleer voor gebruik altijd of de rolstoel goed in- en uitklapt en of de beweging zowel voor- als
achterwaarts in een rechte lijn verloopt.
Advertenties
Inhoudsopgave
