Maak daarom eerst een lichtsnede (1) aan de drukzijde (A) en vervolgens een dwarssnede (2) aan de
trekzijde (B).
• Houd de kettingzaag altijd op volle snelheid.
• Snijd niet met het uiteinde van de staaf.
• Houd de balk verticaal.
• Controleer voortdurend of de smering goed werkt.
• Terwijl u de kettingzaag van de ene tak naar de andere beweegt, laat u de trekker los om de ketting
te stoppen.
• Houd tijdens het gebruik van het gereedschap elk ander lichaamsdeel op minimaal 15 cm afstand
van de ketting.
• Houd voorbijgangers en andere mensen op een afstand van minimaal 1,5 meter.
• Gebruik het apparaat niet in de regen of in een vochtige omgeving.
• Verwijder na gebruik de accu uit de kettingzaag.
Waarschuwing: controleer bij moeilijk zagen de acculading en de juiste slijping en spanning
van de ketting.