COM-meetprobe losmaken.
•
Gebruik het ijkinstrument nooit zonder de rode
holster.
•
Gebruik het ijkinstrument nooit als de behuizing
openstaat. Het openen van de behuizing vormt
een inbreuk op de explosieveiligheidcertificering.
•
Zorg dat de klep van de batterij gesloten is
voordat u het ijkinstrument gebruikt.
•
Vervang de batterij zodra het symbool voor
batterij bijna leeg ( M ) verschijnt. Zo voorkomt u
onjuiste aflezingen die tot een elektrische schok
kunnen leiden.
•
Verwijder de meetkabels uit het ijkinstrument
voordat u de batterijklep opent.
•
Deze apparatuur is gespecificeerd voor gebruik in
omgevingen van meetcategorie I (CAT I),
verontreinigingsgraad 2, en mag niet worden
gebruikt in omgevingen van CAT II, CAT III of CAT
IV. Stootspanningen mogen niet hoger zijn dan
300 V voor de toepassingen van CAT I waarbij dit
product wordt gebruikt. IEC1010-1 definieert
stootspanningen als een oplooptijd van 2 µs met
een duur van 50 µs bij 50 % van de
maximumamplitudehoogte.
•
Meetcategorie I (CAT I) is gedefinieerd voor
metingen die worden verricht op niet rechtstreeks
op het net aangesloten stroomkringen.
•
Niet gebruiken in een vochtige of natte omgeving.
Veiligheidsadvies
Neem alle instructies en waarschuwingen in deze
gebruiksaanwijzing volledig in acht om het veilige gebruik
van het ijkinstrument te verzekeren. Zie in geval van twijfel
(door vertaal- en/of drukfouten) de originele Engelse
gebruiksaanwijzing.
Fouten en beschadiging
Bij het aanleggen van een spanning van hoger dan 28 V
op de ingang van het ijkinstrument, komt de
explosieveiligheidcertificering van het instrument te
vervallen en is het gebruik van het instrument in een
explosiegevaarlijke zone wellicht niet meer veilig.
Bij enige twijfel over het veilige gebruik van het
ijkinstrument, zet u het gebruik ervan onmiddellijk stop en
neemt u voorzorgsmaatregelen om verder gebruik van het
instrument in een explosiegevaarlijke ruimte te
voorkomen.
De veiligheidskenmerken en de integriteit van het
instrument kunnen door een van volgende
omstandigheden worden aangetast:
•
externe beschadiging aan de behuizing
•
interne beschadiging van het ijkinstrument
•
blootstelling aan overmatige belasting
•
onjuiste opslag van het instrument
•
tijdens vervoer opgelopen beschadiging
•
correcte certificering is onleesbaar
•
gebruik van het product zonder de rode holster
•
werkingsfouten
•
overschrijding van toegestane grenzen
•
werkingsfouten of duidelijk onnauwkeurige metingen
die verder gebruik van het ijkinstrument onmogelijk
maken
mA Calibrator
Veiligheidsinformatie
3