4.3 Pompuitgang
De 2 uitgangen worden geactiveerd wanneer er een verwarmings- of koelingsvraag is, die door de WFC-03 HC RF-controller
naar de WFC-03 HCM RF 230 wordt gestuurd.
Het pompsignaal is altijd globaal, d.w.z. de pomp wordt geactiveerd wanneer er een verwarmings- of koelingsvraag
binnen het systeem is. Als er een RF-storing optreedt, wordt de pomp de hele tijd geactiveerd.
4.4 Ingang vochtigheidsdetectie
Wanneer DIP1 = ON (zie 3.3) beheert de module een vochtigheidsdetectie-ingang, met 2 mogelijke soorten
signalen, afhankelijk van DIP4 (zie 3.3):
• Watertemperatuurvoeler (NTC 10kΩ): BT-D03 RF RH-thermostaat vereist.
• Een vochtigheidscontactvoeler.
4.4.1 Contactvoeler voor vochtigheid
Formaat van het signaal:
De ingang is een vrij contact
Geen vochtigheid
Vochtigheid
gedetecteerd
Wanneer vochtigheid wordt gedetecteerd door de voeler, wordt de informatie verzonden naar de WFC-03 HC RF-controller
die de informatie beheert. Bovendien wordt de sturing van de luchtontvochtiger geactiveerd.
4.4.2 Sensor voor watertemperatuur
De watertemperatuurmeting wordt naar alle WFC-03 HC RF-regelaars gestuurd om het dauwpunt voor vochtigheidsregeling in
koelmodus te berekenen (raadpleeg de bijsluiter van WFC-03 HC RF).
4.5 Uitgang luchtontvochtiger
Bij DIP1 = ON (zie 3.3) wordt in 2 gevallen de uitgang van de luchtontvochtiger (Vrij contact) geactiveerd:
• Wanneer de vochtigheidsingang wordt geactiveerd (zie 4.4).
• Wanneer de WFC-03 HC RF-controller de luchtontvochtiger stuurt.
6
Er zijn 2 uitgangen:
• Live contactuitgang (230Vac).
• Spanningsvrij contactuitgang.
Deze uitgangen kunnen worden gebruikt om het volgende te activeren:
• Een zoneafsluiter.
• Een pomp.
• Een ketel of warmtepomp.
Geopend contact
Gesloten contact