GEAVANCEERDE BEDIENING
BEDIENING VAN DE DECODER
Als u een afzonderlijke decoder op de hiervoor aangegeven wijze heeft aangesloten op de
uitgang L2, moet u de decoderfunctie
AAN
zetten om een gedecodeerd signaal op te
nemen en/of op uw televisie te bekijken. Wanneer de VCR nu een gecodeerd signaal
ontvangt, wordt het via contactdoos LINE 2 naar de decoder gestuurd. De decoder stuurt
vervolgens het gedecodeerde signaal terug naar de contactdoos LINE 2 en het signaal kan
worden opgenomen. De VCR stuurt het gedecodeerde signaal naar uw televisie via de
contactdoos LINE 1, zodat u het gedecodeerde beeld kunt bekijken.
Vergeet niet, bij het maken van opnamen met een afzonderlijke decoder die op de
aangegeven manier is aangesloten, de decoderfunctie op AAN te laten.
Als u een decodereenheid op de VCR aansluit, geeft de decodereenheid een
schakelsignaal, waarmee u televisie automatisch het gedecodeerde signaal, dat via de VCR
wordt gestuurd, kan weergeven. Voor deze functie moet de VCR met scartkabels
aangesloten zijn op de televisie en op de decodereenheid. Vervolgens:
• Druk op
STANDBY
om de VCR in de standby-functie te zetten of
• Druk op
op de afstandsbediening om de VCR in de 'VCR-functie' te zetten. Op
[TV/VCR]
het display verschijnt 'VCR'.
Als u de decoderfunctie AAN zet terwijl er een decodereenheid op de aangegeven manier
is aangesloten, kunt u het gedecodeerde beeld NIET in de televisiefunctie of VCR-functie
bekijken.
NL-24