Indexselectie
Voor de verwerking van de sensorwaardes in de regelaar is de keuze en opgave van het
sensoradres (1-15) en de index (1-5) noodzakelijk.
Voor de volgende waardes kunnen indices worden geselecteerd:
Index
Waarde
1
Stralingswaarde in W/m²
2
Temperatuur van de aangesloten PT1000-sensor
3
Dimensieloos getal als maat voor de interne bedrijfsspanning van de draadloze
sensor: ligt deze waarde boven ca. 550, zendt de sensor geen signalen en
bevindt zich in ruststand.
Ontvangstkwaliteit (weergave alleen X2-regelaars, UVR1611 en UVR63H vanaf
4
versie 7.2). Waarde tussen 0 en 1000, waarbij 1000 de maximale
ontvangstkwaliteit betekent (een waarde onder 300 kan tot storingen leiden).
5
Tijd in minuten sinds de laatste verzending (zie opmerkingen voor index 5)
: De meetwaardes worden in het menu „DL-Bus" geparametreerd.
X2-regelaars
UVR1611:
de meetwaardes worden als analoge netwerkingang geparametreerd:
NW.Knoop:
anal. NW.uitg.:
Bron:
TAPPS 2 – programmering UVR1611:
1
2
Analoge
netwerkingang
Sensoradres
4
Voor iedere nieuwe waarde dient een nog ongebruikte netwerk-ingangsvariabele te worden
gekozen.
Sensoradres
Index van de meetwaarde
DL
Bron: DL
5
Index van de
meetwaarde
3
7