nl Materiële schade vermijden
2 Materiële schade
Ma t e r i ë l e s c ha de v e r mi j d e n
vermijden
Ma t e r i ë l e s c ha de v e r mi j d e n
2.1 Veilige installatie
LET OP!
Een ondeskundige installatie van het
apparaat kan tot schade leiden.
▶
Als de vaatwasser onder of boven
andere huishoudapparaten wordt
ingebouwd, moet de informatie
over de inbouw in combinatie met
de vaatwasser in de montagehand-
leiding van het desbetreffende
huishoudelijke apparaat in acht
worden genomen.
▶
Als er geen informatie beschikbaar
is of als de montagehandleiding
geen instructies over dit onder-
werp bevat, vraag dan bij de fabri-
kant van deze huishoudelijke ap-
paraten na of de vaatwasser bo-
ven of onder andere huishoudelij-
ke apparaten kan worden inge-
bouwd.
▶
Als er geen informatie van de fabri-
kant beschikbaar is, mag de vaat-
wasser niet boven of onder deze
huishoudelijke apparaten worden
ingebouwd.
▶
Om een veilige werking van alle
huishoudelijke apparaten te waar-
borgen moet u zich ook verder
aan de montagehandleiding van
de vaatwasser houden.
▶
De vaatwasser niet onder een
kookplaat inbouwen.
▶
De vaatwasser niet installeren in
de buurt van warmtebronnen, zo-
als een radiator, boiler, fornuis of
andere apparaten die warmte afge-
ven.
10
Contact tussen het apparaat en wa-
terleidingen kan tot corrosie van de
waterleiding leiden en de waterlei-
ding kan daardoor lek raken.
▶
Zorg ervoor dat er een afstand van
minstens 5 cm tussen het appa-
raat en de waterleiding zit. Dit
geldt niet voor de meegeleverde
leidingen voor de drinkwateraan-
sluitingen en de waterafvoeraan-
sluiting.
Gewijzigde of beschadigde water-
slangen kunnen tot materiële schade
en schade aan het apparaat leiden.
▶
Nooit waterslangen knikken, knel-
len, wijzigen of doorsnijden.
▶
Alleen meegeleverde waterslangen
of originele reserveslangen gebrui-
ken.
▶
Nooit gebruikte waterslangen her-
gebruiken.
Een te lage of te hoge waterdruk kan
de apparaatfunctie hinderen.
▶
Zorg ervoor dat de waterdruk aan
de watervoorzieningsinstallatie mi-
nimaal 50 kPa (0,5 bar) en maxi-
maal 1000 kPa (10 bar) bedraagt.
▶
Wanneer de waterdruk de aange-
geven maximale waarde over-
schrijdt, dan moet een reduceer-
ventiel tussen de drinkwateraan-
sluiting en de slangenset van het
apparaat worden geïnstalleerd.
2.2 Veilig gebruik
LET OP!
Naar buiten tredende waterdamp kan
inbouwmeubels beschadigen.
▶
Het apparaat na het einde van het
programma even laten afkoelen al-
vorens de apparaatdeur te ope-
nen.
De spoelmiddelhouder kan door ont-
hardingszout voor vaatwassers corro-
deren.
▶
Om ervoor te zorgen dat gemorst
onthardingszout uit de spoelmid-
delhouder wordt gespoeld, moet