3.2.4 Installatie van het leidingwerk tussen het
beveiligingssysteem en de Solior FL 150
Bepaal de benodigde leidingdiameters. Het maximale
debiet in combinatie met de leidinglengtes bepaalt de
diameters. De leidingen dienen geschikt te zijn voor
drinkwatersystemen tot een temperatuur van 85 °C.
Onderstaand worden de stromingsweerstand van de
Solior FL150 tank en de stromingsweerstand van stan-
daard 15x13 mm leiding gepresenteerd. In het algemeen
kan tot een leidinglengte van 10 meter (5 meter aanvoer
en 5 meter retour) een leiding met een diameter van
15x13 mm toegepast worden voor een eengezinswoning.
Bij hogere debieten en/of langere leidingen kan de inlaat-
leiding groter gekozen worden (bijvoorbeeld 22 mm), om
het drukverlies in het systeem te reduceren.
Stromingsweerstand FL150 tank.
2.50
2.00
1.50
1.00
0.50
0.00
0
5
10
Debiet [liter/minuut]
Stromingsweerstand 15x13 mm leiding
(per meter leidinglengte).
1.00
0.80
0.60
0.40
0.20
0.00
0
5
10
Debiet [liter/minuut]
Installeer de leidingen tussen het beveiligingssysteem
(W3 en W4) en de zonneboiler op het dak. Alle leidingen
dienen behoorlijk afgesteund te worden. Leidingisolatie
in de woning is niet noodzakelijk.
15
20
25
30
15
20
25
30
3.2.5 Elektrisch aansluiten
De elektrische aansluiting tussen de Solior FL150 op
het dak en het beveiligingssysteem in het huis wordt
aangelegd met een 4-aderige kabel.
1. Monteer de voorgeassembleerde elektrische aansluit-
doos direct naast het beveiligingssysteem en sluit de
magneetklep aan.
2. Monteer een tweede aansluitdoos direct naast de dak-
doorvoer in de woning.
3. Monteer de 4-aderige kabel tussen de twee aansluit-
dozen.
Controleer dat de stekker niet in de wandcontactdoos
gestoken is, wanneer aan de elektrische aansluiting
gewerkt wordt.
De vier aders dienen aangesloten te worden op de aan-
sluitdoos nabij de zonneboiler en op de aansluitdoos nabij
het beveiligingssysteem. De meest gebruikte kleuren
voor een 4-aderige kabel zijn:
- Groen/geel: Aardaansluiting
- Bruin: Fase (L)
- Blauw: Nul (N)
- Zwart: Schakel (S)
De elektrische kabel kan aan de koudwater leiding
bevestigd worden.
A
L
L
A: Onderzijde tank
B: Bovenzijde tank
C: Koude sensor
D: Warme sensor
E: Weerstand 15 kOhm
F1: Aansluitdoos 1
F2: Aansluitdoos 2
12
B
C
D
E
F1
S N
4-aderige kabel door installateur
F2
S N
H
G: Stekker
H: Magneetklep
L: Fase = bruin
S: Schakel = zwart
N: Nul = blauw
z
Aarde = groen/geel
G