Direct Meten
Navigeer
naar
1
Direct Meten
Enter.
2
Navigeer
naar
Meet Vermogen
Meetconfiguratie
– Geef het aantal meetpunten op.
3
Selecteer de vereiste meetapparatuur voor het soort groep. Sluit
4
de meetpunten en sensor(en) aan, zie pagina 18.
5
TA-SCOPE controleert automatisch of de juiste combinatie
van de sensoren is aangesloten volgens de geselecteerde
meetconfiguratie.
6
Indien vermogens meeting kan worden uitgevoerd, volg dan
onderstaande instructies. Bij onvoldoende meetpunten of
sensors zal er een alternatieve instructie worden weergegeven.
7
Optionele invoer Ontwerpdebiet. Navigeer
het gegeven ontwerpdebiet voor de eindunit in. Tijdens het
meten wordt de afwijking als een percentage weergegeven naast
het ingevoerde ontwerpdebiet.
afsluiter. Navigeer
8
Selecteer
9
Selecteer het invoerveld voor
Navigeer
naar de gewenste soort afsluiter en druk op Enter.
10
11
Ga op dezelfde manier door met het definiëren van
Maat.
12
Bevestig de afsluiterinstellingen door op de functietoets
te drukken. Afsluiterinstellingen zijn zichtbaar in het menu
Debiet. Vanaf dit punt kan eenvoudig de afsluitermaat worden
gewijzigd. Navigeer
Soort en type blijven hetzelfde.
Voer de
Instelstand
13
slagen in, vermeld op de digitale aflezing van het handwiel. Meer
details over het handwiel vindt u op pagina 20.
Selecteer het medium in
14
mediumtemperatuur- en eigenschappen invoeren Druk op Enter.
Het vriespunt wordt aangegeven onder het invoerveld voor
15
temperatuur en de automatische corrigeerfunctie geeft aan of
de toegestane limieten worden overschreden. Meer details over
vindt u op pagina 50.
Medium
16
Druk op de functietoets
bevestigen.
28
TA-SCOPE
in het hoofdmenu en druk op
en druk op Enter.
naar
en vul
naar
en druk op Enter.
Soort
en druk op Enter.
Serie
en
Klaar
Meet
naar
en scroll
door de opties.
in. Navigeer
naar
en vul het aantal
. Druk op Enter en navigeer
Klaar
om de mediumselectie te
TA-SCOPE
naar
Druk op de functietoets
om de meting te starten.
17
Meten
18
Druk op de Kalibratie-knop van de Dp Sensor, zie pagina 19.
De kalibratie is voltooid als er een melding op het display
19
verschijnt, die zegt dat u de kalibratieknop kunt ontspannen.
De meting begint en er worden waardes weergegeven voor
20
vermogen, debiet en temperatuurverschil ∆T.
21
Druk op de functietoets
Stil
om de meting te pauzeren, en druk
op
om te hervatten.
Start
22
Het is mogelijk om de meetdata op te slaan op dezelfde manier
als bij Debiet, zie item 20 in het gedeelte
23
Beëindig de meting door het menu te verlaten, druk op
verwijder de meetpunten volgens pagina 18.
Direct Meten
Meet
Debiet.
en
29