(vertaald uit het Italiaans)
CALIBRATION/
DIRECT
LET OP
CALIBRATION/
BY
DISPENSING
OPMERKING
OPMERKING
Deze handleiding is eigendom van PIUSI S.p.A. – Elke verveelvoudiging, ook gedeeltelijk, is verboden.
CUBE MC • MANAGEMENT SYSTEM SOFTWARE
Met de kalibratie methode DIRECT is het mogelijk om de kalibratie factor (K
FACTOR) direct te veranderen. Deze kalibratie methode kan gebruikt worden
als men de kalibratie factor met een bekend percentage wil corrigeren om een
op basis van één of meer afgiften vastgestelde gemiddelde fout te compenseren.
Om de nieuwe K FACT waarde te berekenen moet altijd uitgegaan worden
van de waarde die op dat moment door K FACT gebruikt wordt.Als de hui-
dige kalibratiefactor bijvoorbeeld 1.0120 is (waarde die het resultaat is van
een vorige kalibratie aangezien de in de fabriek ingestelde waarde 1.0000
is) en er bijvoorbeeld het volgende geconstateerd wordt:
- de literteller telt "gemiddeld" een waarde die 1,5% hoger is dan de "wer-
kelijke" waarde, dan moet de nieuwe K FACT waarde, om deze gemiddelde
fout te compenseren, als volgt berekend worden:
K FACT (nieuw) = 1.0120 * (1 - (1,5/100)) = 0.9968
- de literteller telt "gemiddeld" een waarde die 0,8 % lager is dan de "wer-
kelijke" waarde, dan moet de nieuwe K FACT waarde, om deze gemiddelde
fout te compenseren, als volgt berekend worden:
K FACT (nieuw) = 1.0120 * (1 - (0,8/100)) = 1.0200
Met de kalibratiemethode BY DISPENSING is het mogelijk om de literteller
door middel van afgifte in een PROEFBAK te kalibreren. Deze methode is de
snelste en makkelijkste manier om de literteller te kalibreren en vereist geen
enkele berekening. De kalibratieafgifte kan op elk gewenst moment onderbro-
ken en hervat worden en kan als beëindigd beschouwd worden als het peil
zichtbaar is in de schaalverdeling van de proefbak. Druk op "ENTER" om de
beëindiging van de kalibratieafgifte te bevestigen.
Om de literteller op de juiste manier te kalibreren moet er absoluut een nauw-
keurigeproefbak gebruikt worden met een inhoudscapaciteit van minstens 20
liter.Met name moet er op het volgende gelet worden:
- De lucht uit de pomp, de leidingen en de literteller laten ontsnappen door net
zolang af te geven totdat de stroom vol en regelmatig is.
- De stroom stoppen door het pistool te sluiten zonder de pomp uit te schakelen.
- De doorstroomhoeveelheid niet verminderen om de schaalverdeling van de bak
te bereiken.
DE JUISTE TECHNIEK BESTAAT UIT HET STARTEN EN STOPPEN VAN DE
STROOM OP CONSTANTE DOORSTROOMHOEVEELHEID TOT DE GE-
WENSTE VULHOEVEELHEID EN DAARBIJ TE PROBEREN OM HET AANTAL
ONDERBREKINGEN VAN DE AFGIFTE TE BEPERKEN.
Als de door de CUBE MC weergegeven waarde afwijkt van de waarde die op de
proefbak te zien is (de zogeheten WERKELIJKE WAARDE) dan moet de door
de CUBE MC weergegeven waarde net zolang gecorrigeerd worden totdat deze
klopt met de WERKELIJKE WAARDE. Zodra de uitgevoerde correctie van de
weergegeven waarde met "ENTER" bevestigd wordt dan zal het systeem de nieu-
we kalibratiewaarde (K factor) berekenen en deze gedurende enkele seconden la-
ten zien. Vanaf dat moment zal het systeem de nieuwe kalibratiefactor gebruiken.
Om een definitieve kalibratie ter plaatse van de literteller te verkrijgen is
één afgifte voldoende. Na het uitvoeren van de kalibratie wordt altijd gead-
viseerd om het resultaat ervan te controleren om vast te stellen of de nauw-
keurigheid van de literteller binnen de aanvaardbaarheidsgrenzen is. Om
dit te controleren moet er een normale afgifte uitgevoerd worden waarbij
een gebruikerscode en niet de MASTER code gebruikt moet worden.
Hierna volgt het stroomschema van de functies van CALIBRATION
33/124
33 /44