DE ALARMEN IN- OF UITSCHAKELEN
Wanneer de kloktijd op de display wordt weergegeven, drukt u op
de toets AL 1 of AL 2 om het betreffende alarm in of uit te
schakelen. De corresponderende indicator Alarm 1 of Alarm 2 wordt
ingeschakeld wanneer het alarm wordt geactiveerd.
SLUIMERFUNCTIE
1. Wanneer het alarm klinkt, knippert de corresponderende
indicator Alarm 1 of Alarm 2 op de display.
2. Druk op de toets DIMMER/SLUIMER om het alarm tijdelijk te
deactiveren. De sluimerfunctie stelt uw alarm 9 minuten uit. Het
alarm gaat na die 9 minuten weer af.
3. De corresponderende indicator Alarm 1 of Alarm 2 zal tijdens de
sluimerperiode op de display knipperen.
4. Druk op de toets AL OFF om de sluimerfunctie en het alarm te
annuleren.
HET ALARM STOPPEN WANNEER HET ALARM KLINKT
1. Druk op de AL OFF-toets om het alarm te stoppen.
2. De alarmindicator zal blijven branden en het alarm zal de
volgende dag op de ingestelde tijd weer klinken.
HET ALARM DEACTIVEREN
1. Druk meerdere keren op de AL 1-toets om Alarm 1 te
deactiveren terwijl het alarm niet klinkt. Druk meerdere keren op
de AL 2-toets om Alarm 2 te deactiveren terwijl het alarm niet
klinkt.
2. De corresponderende alarmindicator zal uitschakelen en het
alarm zal niet meer klinken totdat u deze weer inschakelt.
DE DISPLAY DIMMEN
1. Druk op de toets DIMMER/SLUIMER om het helderheidsniveau
van de display te veranderen: 100% > 75% > 50% > 25% > uit.
2. Het helderheidsniveau is standaard ingesteld op "100%".
NED 5