i
• Tijdens de hele procedure knipperen alle SOS-toetsen van alle aangemelde
handsets en van het basisstation. De tekst "Noodoproep wordt verzonden"
wordt weergegeven op de handset die de noodoproep heeft geïnitieerd.
• Als er daarnaast een interne oproep is opgeslagen (
SOS-oproep ook door een interne deelnemer worden aangenomen. Op alle
aangemelde handsets en op het basisstation wordt de tekst "Noodoproep"
weergegeven.
• Als u de ECO modus+ (
draadloze verbinding met het basisstation niet op de handset weergegeven.
De SOS-toets ; blijft branden, ook als de draadloze verbinding is verbro-
ken.
U kunt de bereikbaarheid van het basisstation controleren door de verbin-
dingstoets c (lang) in te drukken. Als het basisstation bereikbaar is, hoort
u het vrijsignaal.
• Op die manier kunt u er zeker van zijn dat de SOS-functie op de juiste manier
is geconfigureerd als u een testprocedure zou opstarten. De politie, ambu-
lancedienst of brandweer mogen niet worden gebruikt bij een testproce-
dure.
• Houd er rekening mee dat de standby-tijd van de handset korter wordt als
de SOS-functie is geactiveerd.
a
Bij de ontvangers van de noodoproep moet het toestel zijn ingesteld op toon-
kiezen, anders wordt de bevestiging van de noodoproep met toets 5 niet
herkend.
SOS-functie configureren
Om de functie te kunnen gebruiken, dient u:
• de SOS-nummers op te slaan en
• de SOS-functie in te schakelen.
Als optie kunt u daarnaast een persoonlijk noodbericht (bijvoorbeeld naam en adres)
opnemen.
¢
pagina 48) heeft ingeschakeld, dan wordt de
SOS-functie
¢
pagina 31), kan de
37