Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanhangsel A - Systeemcontroletekening 24N637 - Graco E-Flo EM0011 Instructies

Verberg thumbnails Zie ook voor E-Flo EM0011:
Inhoudsopgave

Advertenties

Aanhangsel A - Systeemcontroletekening 24N637

Aanhangsel A A A - - - Systeemcontroletekening
Aanhangsel
Aanhangsel
OPMERKINGEN
OPMERKINGEN
OPMERKINGEN BIJ
BIJ
BIJ FIG.
FIG. 16
FIG.
1. Niet-intrinsiek veilige klemmen (stroomrail)
mogen niet worden bevestigd aan een apparaat
dat meer dan 250 VRMS of gelijkstroom gebruikt
of genereert, tenzij is vastgesteld dat de spanning
adequaat is geïsoleerd.
2. Wanneer meerdere geavanceerde motoren
(EM00X2, EM00X4, EM00X5 en EM00X6)
gebruikmaken van één geavanceerde
bedieningsmodule, moeten alle motoren zijn
verbonden met hetzelfde equipotentiaalsysteem
met hoge betrouwbaarheid.
3. Verwijder geen enkel deksel tot de stroom is
uitgeschakeld.
4. De installatie moet plaatsvinden overeenkomstig
ANSI/ISA RP12.06.01 — installatie van
intrinsiek veilige systemen voor gevaarlijke
(geclassificeerde) locaties — en overeenkomstig
de National Electrical Code van de VS
(ANSI/NFPA 70).
5. De installatie in Canada moet in
overeenstemming zijn met de Canadese
Electrical Code, CSA C22.1, Deel 1, Aanhangsel
F.
6. Installeer voor ATEX en UKEX volgens EN
60079-14 en toepasselijke lokale en nationale
codes.
7. Er kunnen een tot acht motoren in serie worden
aangesloten. De motoren worden aangesloten
met een CAN-kabel (16P911 of 16P912). Het
kabeluiteinde met de rode markering wordt
aangesloten op poort 1 van een motor en het
niet-gemarkeerde uiteinde van de kabel wordt
aangesloten op poort 2 van de volgende motor.
8. De eerste motor van de serie (de motor zonder
CAN-kabel op poort 2) wordt geïnstalleerd met
stroomjumper 24N910 aangesloten op poort 2
en poort 3.
22
Systeemcontroletekening 24N637
Systeemcontroletekening
16 EN
16
EN 17
EN
17
17
9. De 'laatste' motor in de serie wordt ofwel
aangesloten op een IS-apparaat (intrinsiek
veilig apparaat) in het gevaarlijke gebied of een
aangesloten IS-apparaat in het niet-gevaarlijke
gebied. Het uiteinde van de CAN-kabel met de
rode markering wordt aangesloten op poort 1
van de laatste motor en het niet-gemarkeerde
uiteinde van de kabel wordt aangesloten op de
IS of het aangesloten IS-apparaat.
10. De uitgangsentiteitsparameters zoals
gespecificeerd voor pen 1 en 4 in zowel poort 1
als poort 2, geven de totale stroom en het totale
vermogen aan zoals beschikbaar voor beide
pennen bij elkaar. De stroom op pen 1 en pen 4
bij elkaar zal de genoemde stroomwaarde niet
overschrijden, en de vermogensuitvoer van pen
1 en pen 4 bij elkaar zal het genoemde vermogen
niet overschrijden.
WAARSCHUWING:
WAARSCHUWING:
WAARSCHUWING: Vervanging
van onderdelen kan een negatieve
uitwerking hebben op de intrinsieke
veiligheid.
AVERTISSEMENT: La substitution
AVERTISSEMENT:
AVERTISSEMENT:
de composants peut compromettre la
securite intrinseque.
Table 2 2 2 . . . Berekeningsprocedures
Table
Table
Berekeningsprocedures
Berekeningsprocedures
Uo ≤ Ui
Po ≤ Pi
Co ≥ Ci + Ccable
Lo ≥ Li + Lcable
Lo / Ro ≥ Li / Ri
24N637
24N637
Zones
Zones
Zones
Io ≤ Ii
332719T

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

E-flo em0021

Inhoudsopgave