! WAARSCHUWING
Adem nooit uit het trimjacket. De lucht in het trimjacket kan gassen bevatten, vochtig zijn
of verontreinigd zijn. Inademing van deze lucht kan letsel of de dood tot gevolg hebben.
Zorg dat er geen water in de luchtkamer van het trimjacket komt. Als u herhaaldelijk
gebruikmaakt van het mondstuk van de inflator of het overdrukventiel, kan er water in
het trimjacket lopen, wat ten koste gaat van uw drijfvermogen. Dit kan letsel of de dood
tot gevolg hebben. Laat eventueel water uit het trimjacket lopen voordat u ermee gaat
duiken.
BELANGRIJK!
•
Hoe u het trimjacket ook ontlucht, zorg dat het ventiel niet langer open blijft dan
nodig. Anders kan er water in het trimjacket lopen.
•
Druk de knop van de orale inflator niet in als u de handmatige ontluchter bedient.
Anders kan er via het mondstuk van de orale inflator water in het trimjacket lopen.
TRIMJACKET CONTROLEREN EN PROCEDURES
Als u het trimjacket voor, tijdens en na de duik controleert, merkt u eventuele problemen op
voordat er een onveilige situatie ontstaat, en kunt u zo mogelijk duikongevallen voorkomen. Uw
hele uitrusting moet - met het oog op een veilige werking - regelmatig worden geïnspecteerd door
een erkend SCUBAPRO servicecentrum.
! WAARSCHUWING
DUIK NIET met een trimjacket dat niet door de controle en testen voor, tijdens of na de
duik heen komt. Als u duikt met een trimjacket dat op één van de genoemde punten
defect is, kunt u de controle over het drijfvermogen tijdens de duik verliezen, wat ernstig
letsel of de dood tot gevolg kan hebben.
Visuele inspectie en ventielen testen vóór de duik:
1. Controleer het trimjacket op scheuren, lekkage, gerafelde naden, buitensporige slijtage, losse
of ontbrekende onderdelen en andere beschadigingen.
2. Controleer het mondstuk, de power inflator, de snelontluchter en het overdrukventiel op
barsten, beschadiging en vuil.
3. Bedien de power inflator (terwijl inflatorslang op eerste trap is aangesloten en de afsluiter
geopend is), het mondstuk van de inflator, de snelontluchter en het overdrukventiel.
Controleer of deze mechanismen goed werken en weer afsluiten. Als er aan het
overdrukventiel ook een trekkoord zit, test u dit ook.
4. Blaas het trimjacket via het mondstuk helemaal vol lucht. Luister of u lucht hoort ontsnappen,
en controleer ook visueel op lekkage. Laat het trimjacket in opgeblazen toestand minimaal
dertig minuten liggen en controleer vervolgens of er geen lucht uit is gelopen.
5. Maak (indien van toepassing) de cilinderband(en) nat en zet het trimjacket op een duikcilinder.
Probeer het trimjacket terwijl het op de cilinder zit, omhoog te trekken. Op deze manier kunt
u controleren of het goed vastzit en de banden tijdens de duik niet gaan schuiven.
6. Terwijl u het trimjacket aan heeft, stelt u de banden af zodat het jacket goed zit en u vrij kunt
ademen. Als u dit doet, moet er lucht in het trimjacket zitten en draagt u het duikpak waarin u
gaat duiken.
7. Controleer de loodzakken of -systemen (indien van toepassing). Let op dat het lood goed
vastzit. U moet het lood indien nodig snel kunnen afwerpen.
8. Doe samen met uw buddy voordat u het water in gaat, een buddycheck en controleer of alle
ventielen goed werken.
8