5.
Bediening
5.1
Algemene functies
● Om een bronmodus (CD/MP3/AM/FM) te selecteren, zet u de schakelaar
FUNCTION (1) op de gewenste positie. Om het apparaat uit te schakelen,
zet u de schakelaar op de positie OFF.
● Draai voor aanpassing van het volume de draaiknop VOLUME (12) tot het
gewenste geluidsniveau is bereikt.
● Druk op de toets DBBS (11) voor extra bas. Druk nogmaals op de toets
om de extra bas uit te schakelen.
● Voor het aansluiten van de koptelefoon steekt u de steker van de kabel in
de koptelefoonaansluiting (6). Vergeet niet het volume aan te passen tot
een aangenaam niveau om gehoorbeschadiging te voorkomen.
5.2
Radiofuncties
● Zet voor het kiezen van de radiobandbreedte de schakelaar FUNCTION
(1) op AM of FM.
● Draai voor het kiezen van een frequentie of radiostation de draaiknop
TUNING (14) tot de gewenste frequentie is ingesteld.
Leg voor een betere ontvangst van de FM-frequentie de antenne
i
uit. Draai voor een betere ontvangst van de AM-frequentie het
apparaat.
5.3
CD-functies
● Zet om de CD-functie te kiezen de schakelaar FUNCTION (1) op CD.
● Een CD plaatsen:
-
Druk op het CD-station (17) om het apparaat te openen.
-
Plaats de CD met het label omhoog gericht.
-
Sluit het CD-station (17).
De display toont het totale aantal nummers op de CD.
● Druk eenmaal op de toets PLAY/PAUSE (5) om het afspelen te starten.
24