AANSLUITING VAN GESCHEIDEN SYSTEMEN
3
3.1 Algemeen
De elektrische verbinding tussen de ultrasone flowsensor en de signaalomvormer wordt
gemaakt met de MR 02 - RGX 316 triax signaalkabel. De uiteinden van de coaxiale kabels zijn
voorzien van SMB-stekkers. De signaalkabel wordt bij het systeem geleverd.
3.2 Kabelmarkering
Voor de aansluiting van de verschillende versies, zie
3.3 Kabelparameters
De maximaal toegestane totale capaciteit en inductantie voor de verbindingskabel is:
C
= 1,29 F of 0,79 F
L
L
= 0,1 mH of 0,8 mH
L
De bij het instrument geleverde kabel heeft de volgende parameters:
gedistribueerde capaciteit C
gedistribueerde inductantie L
INFORMATIE!
De standaardlengte van de signaalkabel bedraagt 5 m. Als er een langere lengte nodig is, gelieve
contact op te nemen met uw lokale vertegenwoordiger voor gedetailleerde informatie.
3.4 Equipotentiaalvereffening
3.4.1 Signaalomvormer
De ultrasone signaalomvormer UFC 300 F(/i)-Ex moet altijd
equipotentiaal vereffeningsysteem van de installatie in het als gevaarlijk geclassificeerde gebied.
Om deze reden moet hij worden aangesloten op de externe beugelschroefklem (maat M5) van de
wandbevestiging inrichting.
De aparte verbindingsgeleider moet minstens een doorsnede hebben van 4 mm
2
2,5 mm
(14 AWG) in het geval dat hij mechanisch beschermd is, zie HD-IEC 60364. Zorg ervoor
dat de kern van de verbindingskabel goed gemonteerd is onder de beugelklem van de externe
M5-aansluiting en dat de schroef vast is aangehaald.
3.4.2 Flowsensor
De intrinsiek veilige transducercircuits van de flowsensor zijn galvanisch gescheiden van de
aarde, daarom hoeft er geen equipotentiaalvereffeningsgeleider te worden aangebracht tussen
de flowsensor en de signaalomvormer.
8
(kern/afscherming) = 94 pF/m
C
(kern/afscherming) = 0,24 H/m
C
moet altijd ingebouwd worden in het
moet altijd
moet altijd
www.krohne.com
Signaalkabelaansluitingen
06/2019 - 4007265601 - EX OPTISONIC 6300 R04 nl
OPTISONIC 6300
op blz. 9.
2
(11 AWG) of