Onderdeel
Beschrijving
Naar het Garmin Marine Network
Houder 15 ampère zekering
Naar de bootaccu (10 tot 32 V gelijkstroom)
Wateraarding
1
Leid de voedingskabel naar de radar en de bootaccu.
2
Sluit de voedingskabel aan op de bootaccu.
3
Sluit de voedingskabel aan op de POWER poort van de
radar.
Voedingskabel verlengen
Aanbevolen wordt om de voedingskabel rechtstreeks op de
accu aan te sluiten. Als het nodig is om de kabel te verlengen,
dient een verlengkabel van de juiste dikte en lengte te worden
gebruikt.
Gebruik contactklemmetjes en krimpkous om een
waterbestendige verbinding te maken.
Afstand
Lengte en dikte verlengstuk
3 m (9 ft. 10 in.)
3,31 mm² (12 AWG)
5 m (16 ft. 4 in.)
5,26 mm² (10 AWG)
6,5 m (21 ft. 3 in.)
6,63 mm² (9 AWG)
8 m (26 ft. 2 in.)
8,36 mm² (8 AWG)
De radar aarden
De radar (en indien van toepassing de spanningsconverter)
moeten worden aangesloten op het juiste type aarding met
koperdraad met een doorsnee van 3,31 mm² (12 AWG) (niet
meegeleverd).
1
Leid een 3,31 mm² (12 AWG) koperdraad naar een
wateraardingslocatie en naar de radarvoet.
2
Sluit de draad aan op het aardcontact op de radarvoet ( )
met de vooraf aangebrachte contactklem.
3
Smeer de aardschroef en contactklem in met waterdichte kit.
4
Sluit het andere uiteinde van de draad aan op de
wateraardingslocatie op de boot en smeer de aansluiting in
met waterdichte kit.
5
Selecteer een optie:
• Als bij uw radar geen spanningsconverter is meegeleverd,
is verdere aarding niet nodig.
• Als bij uw radar een spanningsconverter is meegeleverd,
gaat u verder met stap 6.
6
Leid een andere 3,31 mm² (12 AWG) koperdraad naar de
wateraardingslocatie en de spanningsconverter.
4
7
Draai een schroef in een van de hoeken van de
spanningsconverter los en bevestig de koperdraad aan de
schroef.
8
Smeer de schroef en het draad op de spanningsconverter in
met waterdichte kit.
9
Sluit het andere uiteinde van de draad aan op de RF-aarding
op de boot en smeer de verbinding in met waterdichte kit.
Aandachtspunten Garmin Marine Network
Dit toestel maakt verbinding met Garmin Marine Network
toestellen om radargegevens te delen met compatibele
toestellen in het netwerk. Neem de volgende punten in acht
wanneer u verbinding maakt met een Garmin Marine Network
toestel.
• Er moet een Garmin Marine Network kabel worden gebruikt
voor alle Garmin Marine Network aansluitingen.
◦ U mag geen CAT5-kabel en RJ45-stekkers van andere
merken gebruiken voor Garmin Marine Network
verbindingen.
◦ Andere Garmin Marine Network kabels en stekkers zijn
verkrijgbaar bij uw Garmin dealer.
• Hoewel dit niet wordt aangeraden, kunt u zo nodig een field-
installable connector gebruiken om een Garmin Marine
Network kabel op maat te maken. Volg de instructies bij de
connector.
Bediening van de radar
Alle functies van deze radar worden bediend met uw Garmin
kaartplotter. Zie het radargedeelte in de handleiding bij uw
kaartplotter voor bedieningsinstructies. U kunt de nieuwste
handleiding downloaden op www.garmin.com/support/.
Softwareupdate
Mogelijk moet u de toestelsoftware bijwerken wanneer u het
toestel installeert of een accessoire toevoegt aan het toestel.
Voor de software-update hebt u een Garmin
geheugenkaartlezer-accessoire of een andere Garmin
kaartplotter nodig die is verbonden via het Garmin Marine
Network.
De nieuwe software op een geheugenkaart laden
1
Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf van de computer.
2
Ga naar www.garmin.com/support/software/marine.html.
3
Selecteer Downloaden naast GPSMAP serie met SD kaart.
4
Lees en accepteer de voorwaarden.
5
Selecteer Downloaden.
6
Selecteer Voer uit.
7
Selecteer het station van de geheugenkaart en selecteer
vervolgens Volgende > Voltooi.
De software van het toestel bijwerken
Voordat u de software kunt bijwerken, moet u beschikken over
een software-update op een geheugenkaart of de nieuwste
software zelf op een geheugenkaart laden.
1
Schakel de kaartplotter in.
2
Nadat het startscherm verschijnt, plaatst u de geheugenkaart
in de kaartsleuf.
OPMERKING: De instructies voor de software-update
verschijnen alleen als het toestel volledig is opgestart voordat
u de kaart plaatst.
3
Volg de instructies op het scherm.
4
Wacht enkele minuten totdat de software-update is voltooid.
5
Laat de geheugenkaart op zijn plaats zitten en start de
kaartplotter handmatig opnieuw op, wanneer daar om wordt
gevraagd.
6
Verwijder de geheugenkaart.